Voormalig Institut chirurgical de Bruxelles
Maria-Louizasquare 58-59-60, 61
Boduognatusstraat 8, 12, 12a, 12b, 12c
Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Henri VAN MASSENHOVE – architect – 1892
Antoine POMPE – architect – 1925
M. E. ENGEL – architect – 1940
Stijlen
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Oost (Apeb - 2006-2009)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Het grootse complex werd ontworpen in 1892 door de architect Henri Van Massenhove voor Dr Adolphe Delétrez, die voor deze wijk koos omwille van haar gezonde lucht.
Geschiedenis
Oorspronkelijk symmetrische gevel met drie bouwlagen en negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (nr. 58). Bakstenen gevel bekroond met topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met elementen van neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz.. Achterkant van perceel uitgevend op Boduognatusstraat, waar het is afgesloten met een omheiningmuur.
Het jaar daarop werd het rechts door dezelfde architect vergroot met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in dezelfde stijl (nr. 59). Het complex werd bewoond door congregatie van Sœurs de Notre-Dame de la Compassion, die in 1896 aan Van Massenhove opdracht gaf voor het ontwerp van de achteraan gelegen Maternité Sainte-Anne, in de Boduognatusstraat nr. 13-17 (zie deze straat).
In deze straat werden meerdere bijgebouwen aan het chirurgisch complex toegevoegd, waaronder één van 1914, op vraag van de zusters die toen in een huis van 1893 op nr. 60 van de square woonden.
In 1925 ontwierp architect Antoine Pompe een aanbouw van vier bouwlagen in de Boduognatusstraat (nr. 12b) i.o.v. de vzw Œuvre de Saint-Jean de Dieu, die toen het complex beheerde.
In 1931 werd nr. 60 met een bouwlaag en een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. verhoogd (architect G. Mignolet). In 1932 werden de twee hoogste verdiepingen van het rechtergedeelte van nr. 58 en die van nr. 59 door architect Jean-Baptiste Dewin verbouwd. De venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de rechter topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. werden toen gewijzigd en de dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. van nr. 59 vervangen door de huidige.
In 1940-1941 ontwierp architect M. E. Engel in de Boduognatusstraat nr. 12-12a een modernistisch gebouw, dat hij in 1966 aan de zijkant vergrootte, op de achterkant van het perceel van de Maria-Louizasquare nr. 61, dat het nr. 8 heeft in de Boduognatusstraat. In 1942 verving de architect de deur van nr. 59 door een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en verbouwde de toegang van nr. 60.
Tussen 1942 en 1948 werd de voorgevel van het Institut gecementeerdMet portlandcement bestrijken. en ook die van nr. 60, dat grondig verbouwd wordt in dezelfde stijl. In 1948 werd het complex nog uitgebreid door Engel, ‘gezien het groeiende aantal zieke en behandelde kolonialen' die het instituut moest herbergen: nr. 61, ontworpen in 1892 en identiek aan nr. 60, werd vervangen door een bijgebouw van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
In 1956 en 1958 werd het dak van de nr. 58 tot 60 verhoogd, en voorzien van een tweede rij dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. (architect M. E. Engel). Het interieur werd in 1974 grondig gerenoveerd.
Begin jaren 1980 tekende het architectenbureau Émile Verhaegen een ontwerp voor de grondige verbouwing of sloop en heropbouw van verschillende delen van het chirurgisch complex. Nr. 13-17 van de Boduognatusstraat, dat intussen ingelijfd was, zou worden verbonden met het hoofdgebouw via een loopbrug over de straat. Deze plannen werden nooit uitgevoerd. Het complex staat thans leeg en zal verbouwd worden tot woningen (architectenbureau Atelier A3).
Beschrijving
Maria-Louizasquare nr. 58. Oorspronkelijke gevel in baksteen met hardstenen en talrijke witstenen elementen. Deze laatste verdwenen bij bepleistering van gevel. Stenen sokkel in rustica. Twee eerste en twee laatste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., onder grote, eveneens uitspringende topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. op korte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. In topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. geflankeerd door twee kleine en bekroond met vierde vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met stijl; geornamenteerde bekroning eindigend in bol; centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van linkse topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. deels blindZonder opening; blind venster, schijnopening. gemaakt, dat van rechtse topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. in 1932 gewijzigd. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met toegangsdeur onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en eindigend in uitspringende topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is., versierd met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met jaartal ‘1892'. Meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. getoogd; op benedenverdieping en eerste verdieping glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op laterale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van eerste verdieping doorlopend balkon op hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en dubbele bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden.; op tweede verdieping glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Gevel geritmeerd door kleine verluchtingsgaten. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Oorspronkelijke dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met tentdak en dak met kunstig bewerkte ijzeren vorstkamKamvormige, geajoureerde bekroning in steen of metaal op de nok van een dak.; tussen verdiepingen cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met naam van instituut. Op centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) schachtDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn. van vlaggenmast bewaard.
Maria-Louizasquare nr. 59. Gevel met dezelfde kenmerken als nr. 58. Oorspronkelijk deur in laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met hoge dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en tuinhek bewaard, die van bijgebouwen blijkbaar naar oorspronkelijk model uitgevoerd. Op nr. 58 centraal toegangshek geflankeerd door twee hardstenen stijlen.
Maria-Louizasquare nr. 60. Toegang uitgevend op trap met twee armen in granito (architect M. E. Engel, 1942). Leidt naar grote hal met granito wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met koperen leuning naar verdiepingen, waarschijnlijk van dezelfde architect.
Boduognatusstraat nr. 12b. Gebouw in modernistische stijl met drie gevels; oorspronkelijk met vier bouwlagen onder plat dak. Voor het volume dat 18,5 m hoog is, in plaats van de reglementaire 15 m werd een afwijking op het stedenbouwkundig reglement toegestaan.
Structuur in gewapend beton met zichtbare gebouchardeerde balken, gecombineerd met baksteen van Belvédère type; donkere in drie eerste bouwlagen, lichtere in hoogste bouwlaag.
Benedenverdieping bekleed met ruwe granito. Opgebouwd uit omlijstingen met geometrische uitsnijdingen, oorspronkelijk voorzien voor twee garagepoorten. De architect wijzigde echter de plannen in 1926, en verving de poorten door twee grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. uitgevend op een wachtzaal en kantoor links en een laboratorium rechts. Uiteindelijk kwam er links een deur en een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en rechts twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. In 1943 werden de muuropeningen vergroot en de deur werd verbouwd tot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. In 1973 werd een centrale deur aangebracht.
In tweede en derde verdieping telkens vijf kamers met vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., drie in laterale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) links, twee in traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechts, gevolgd door klein vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., thans vervangen door liftkoker. Op voorgevel centrale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met uitsprongen op geometrisch betonnen platform; twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op hoeken van erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. verlichten telkens de badkamers; die van tweede bouwlaag minder hoog.
Erker bekroond met uitkragende vierde bouwlaag; geheel vormt T-vormige compositie. Vierde bouwlaag onderaan belijnd met balk met grote tanden. Twee grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. voor twee operatiezalen gescheiden door mobiele wand. Vijfde inspringende bouwlaag met sterilisatiezaal, gebouwd volgens plannen van 1969.
Dun houten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... voor vaste delen en in metaal voor beweeglijke delen, alleen bewaard in vierde bouwlaag.
In operatiezalen bewaarde granitovloer. Het interieur was ontworpen conform aan de hygiënische voorschriften van die tijd. De hoeken van de vertrekken – plinten, stijlen en plafonds – waren afgerond en tussen elke verdieping werd een lege ruimte voorzien die de ventilatie van de lokalen via verluchtingsgaten in de gevel mogelijk maakte.
Boduognatusstraat nr. 12b: beschermd op 18.01.2007.
Bronnen
Archieven
SAB/OW Maria-Louizasquare 58-60: 16327 (1892-1914), 40156 (1932), 55136 (1942), 64399 (1956), 65771 (1958), 88006 (1980), 93854 (1982), 93831 (1984); Maria-Louizasquare 60: 16295 (1893), 36842 (1931); Maria-Louizasquare 61: 16294 (1892), 58741 (1948); Boduognatusstraat 12-12a: 54872 (1940-1941), 81283 (1966); Boduognatusstraat 12b: 33824 (1925-1926), 55619 (1942-1943), 80332 (1969), 83401 (1973).
Publicaties en studies
KERREMANS, R., Ancien institut chirurgical du Maria-Louizasquare. Étude historique, niet gepubliceerd, 2005.
Boduognatusstraat nr. 12b: Antoine Pompe ou l'architecture du sentiment (Catalogus van de tentoonstelling in het Museum van Elsene, 18.12.1973 – 09.01.1974), Archives d'Architecture Moderne, Brussel, 1975, p. 84.
Tijdschriften
Boduognatusstraat nr. 12b: L'Émulation, 3, 1933, p. 50; Rythme, 41, 1965, p. 18.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid