Typologie(ën)

kliniek/hospitaal/ziekenhuis

Ontwerper(s)

Jean-Baptiste DEWINarchitect1926-1935

Juridisch statuut

Beschermd sinds 28 januari 2021

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31228
lees meer

Beschrijving

Uitgestrekt complex in het blok gevormd door de Hoogstraat, Fazantenstraat, Wolstraat, Montserratstraat en Abrikozeboomstraat.
In oorsprong een leprozerie gelegen buiten de eerste stadsomwalling, waarvan het ontstaan opklimt tot de tweede helft van de 12e eeuw, en die in 1270 onder de bescherming werd geplaatst van hertog Jan I. Een periode van bloei en wederopbouw in de 13e eeuw, werd vanaf de 14e eeuw gevolgd door verval en een geleidelijke afname van de ziekenzorg, gelijk met de omvorming van de instelling tot een contemplatief augustinessenklooster. Na de opheffing van het klooster in 1783, kregen de gebouwen een nieuwe bestemming als Koninklijk Gasthuis. Omgedoopt tot Grand Hospice Civile, later Sint-Pietersgasthuis tijdens de Franse overheersing, onder beheer van het Bestuur der Godshuizen. Van dan af uitgebouwd tot één der drie belangrijkste inrichtingen voor ziekenzorg te Brussel - naast het Fermerijgasthuis en het Sint-Jansgasthuis - aanvankelijk bestemd voor gebrekkigen en ongeneeslijk zieken, vanaf 1801 toegespitst op de zorg voor onder meer acute en besmettelijke ziekten, heel- en verloskunde.
Wederopbouw van het gasthuis in neoclassicistische stijl naar ontwerp van de architect A. Partoes, in 1848-1859, met latere uitbreidingen.
Bouw van het huidige Universitair Ziekenhuis door de Stad Brussel, de COO (huidig OCMW) en de ULB met steun van de Rockefellerstichting - waarvoor overeenkomst van 1920 -, als algemeen ziekenhuis verbonden met de Faculteit Geneeskunde (zie Waterloolaan nr. 115) en de universitaire verpleegstersschool Edith Cavell-Marie Depage.

Gebouwencomplex naar ontwerp van architect Jean-Baptiste Dewin van 1926-1932, waarvoor eerstesteenlegging in 1929, ingehuldigd in 1935. De plattegrond beschrijft een centraal gelegen hoofdgebouw of algemeen ziekenhuis, een isoleerpaviljoen aan de Montserratstraat (nr. 35), een administratiegebouw van de COO (OCMW) en verpleegstersschool/-home aan de Hoogstraat, een dodenhuis/kapel aan de Wolstraat (nr. 103), en voorts enkele kleine paviljoenen op het binnenterrein. Oorspronkelijke capaciteit van 545 bedden, uitbreidbaar met 100 eenheden. Functionele architectuur met bescheiden art deco-inslag in de afwerking. Gevels van baksteen, met verwerking van hardsteen, de hoogste verdieping gecementeerdMet portlandcement bestrijken.; metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met typische roeden en glas-in-lood paneeltjes. Hoofdgebouwen met souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en gemiddeld zes bouwlagen Administratiegebouw en verpleegsters-school-home bestaande uit twee onderscheiden blokken, beide met een door midden- en hoekrisalieten, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en vensternissen geritmeerd gevelfront; respectievelijk negentien en dertig traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Horizontale geleding in de benedenbouw, gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. bovenverdieping en twee inspringende attiekverdiepingenVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . Sterk geaccentueerde risalieten met uitkragende middenpartij en decoratief beeldhouwwerk in de bekroning. Doorlopende reeks winkelpuien met zij-ingang, fraaie ijzeren deurrooster en bovenlicht, op de met marmer beklede begane grond, beschermd door een luifel met glasstenen.
Ingangspaviljoen (op hoek met Fazantenstraat) met één bouwlaag onder mansardedak (leien), de middenpartij met open doorgangen en bijkomende attiek waarin drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder een bekronend tentdak met topstuk. Algemeen ziekenhuis volgens de principes van het Angelsaksische corridor system, met tien paviljoenen - met diverse diensten van onderzoek, consultatie en behandeling - gegroepeerd aan weerszijden van een doorlopende gang als centrale as, ca. 150 m lang. Oorspronkelijke verticale indeling: souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. met technische en bijzondere therapeutische installaties; begane grond met inkomhal en opnamekwartier, spoedafdeling, diverse poliklinieken, keuken en linnenkamer; eerste verdieping met poliklinieken; tweede tot vierde verdieping voor hospitalisatie; vijfde verdieping met kraam- en kinderafdeling; halfopen galerij als solarium op het dak.
Isoleerpaviljoen
op H-vormige plattegrond, met souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en vier bouwlagen; paviljoen op U-vormige plattegrond met slechts drie bouwlagen, ernaast.
Dodenhuis/kapel
met één bouwlaag aan straatzijde, onder een complexe mansardebedaking (leien) met karakteristieke dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. en een spitse klokkentoren, gemarkeerd door hoekrisalieten; via een galerij verbonden met het ziekenhuis. Eenheidsvol interieur in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. met reeks glas-in-loodramen (1935).
Vrijstaande schoorsteen.

Standbeelden van baron L.-J. Seutin (1793-1862) door beeldhouwer Willem Geefs van 1875, en van Antoine Depage (1862-1925) door beeldhouwer Godefroid Devreese.

Grootschalig project voor gedeeltelijke sloop en wederopbouw van het ziekenhuiscomplex door architectenbureau E. Verhaegen, in voorbereiding.



Bronnen

Tijdschriften
Bâtir, 1935, 35, p. 405-411.
BONENFANT P., L’ancien Hôpital Saint-Pierre à Bruxelles (L’Emulation, 1928, p. 105-120).
WYDOOGHE (Dr.), Le nouvel Hôpital Saint-Pierre à Bruxelles (op. cit.).

L’Emulation,
 1936, pp. 3-12.