Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Ernest DELUNEarchitect1906

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2009-2011

id

Urban : 19665
lees meer

Beschrijving

Twee burgerwoningen in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., als geheel ontworpen door en voor architect Ernest Delune, 1906.

Maakt deel uit van een opmerkelijke, door dezelfde architect ontworpen rij burgerwoningen, van nr. 2 tot nr. 32.

Dalstraat 18, opstand, GAE/DS 295-20 (1906).

Nr. 18. Drie bouwlagen met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. die op elke verdieping verschillen. Gevel in witsteen. Op benedenverdieping erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., waarboven trapeziumvormige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. van eerste verdieping; laatstgenoemde rechts geflankeerd door balkon met bewaarde ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met art-nouveaumotieven, identiek aan die van borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op benedenverdieping en die voor centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. op hoogste verdieping. Bewaarde deur onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met gekleurd glas-in-loodraam. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. van 1933 (dakkapel later gewijzigd). Garage in onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. van 1934.

Dalstraat 20 (foto 2011).

Nr. 20. Drie bouwlagen met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Gevel in witsteen. Op benedenverdieping van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. polygonale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met monelenStenen vensterstijl. en tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.; bekroond met lichtjes gewelfde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.; deze is op zijn beurt bekroond met terras met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., identiek aan die van eerste verdieping voor drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Muuropeningen van verschillende vormen: rechthoekig, lichtjes getoogd of met rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Toegangsdeur onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-loodraam. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. van latere datum. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard.

Voor beide gevels non-aedificandi zone voor de inrichting van een voortuin die moest bijdragen aan het groene karakter van de wijk van de vijvers; op nr. 18 tuin vervangen door oprit naar garage (1934); toen ook een aantal elementen van ijzeren tuinhek verdwenen.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 295-18; 295-20.