Typologie(ën)

school

Ontwerper(s)

Edmond QUÉTINarchitect1896-1899

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neorenaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 4172
lees meer

Beschrijving

Schoolcomplex met neo-Vlaamse renaissance-inslag n.o.v gemeentearch. Edmond Quétin, 1896 en 1899. Beslaat helft van bouwblok tussen Fortstraat, Wipstraat en Sterckxstraat.

Eerste schoolcomplex van gemeente. Bij opening in 1863 bestond complex slechts uit bescheiden gebouwen in Fortstraat; aangevuld met bijgebouwen in 1870. Pas tijdens laatste jaren XIX werden op initiatief van schepen Maurice Van Meenen huidige gebouwen gebouwd n.o.v. Edmond Quétin, ter vervanging van de vroegere gebouwen.

Drie hoofdvleugels (A, E, G) rond drie speelplaatsen (B, D, I). Loodrecht op Fortstraat, twee parallelle vleugels met twee bouwlagen (A, E), gescheiden door smalle voormalige meisjesspeelplaats (B). Vleugel aan noordkant (A) ontworpen in 1896, terwijl bredere maar korte vleugel aan zuidkant (E) in 1899 werd gebouwd.

Gemeenteschool Nr. 1-2, vleugel A, gevel naar speelplaats B (foto 2004).

Aan uiteinde van (E), volume met drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (F) ontworpen in 1896. Achter speelplaats (B), volume met gymnastiekzaal (C), ontworpen in 1896, maar verbouwd (1912). Loodrecht op Wipstraat, derde vleugel (G), ontworpen in 1896, verbonden met complex van Fortstraat; binnenplaats achteraan links. Op hoek met Fortstraat en Wipstraat, voormalige jongensspeelplaats (I), omheind door muur (1894) met getraliede toegang op hoek. Derde speelplaats (D) in Sterckxstraat.

Homogene bakstenen gevels, meeste met twee bouwlagen, met hard- en witstenen elementen. Hoge wolfdaken. Gevels aan straatkant symmetrisch en geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Elke gevel bekroond door een of meer trapgevels met toppilasterOverhoekse pilaster ter bekroning van gevel. onder pijnappel. Muuropeningen onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. of latei met boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.; sommige met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. en monelenStenen vensterstijl.. BogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. en sluitsteen. Gevels op speelplaatsen zijn bescheidener: identieke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., maar muuropeningen met sobere omlijsting.

In Fortstraat toegang tot vroegere meisjesspeelplaats (B) via hekken aan pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder bolornament. N-vleugel (A) met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Sokkel met rusticapanelen. Brugse traveeën(Neo-) Vlaamse renaissance gevelordonnantie, bestaande uit nisvormige traveeën. onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft.. Centrale hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond door trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt., met rondboogvenster. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling deels bewaard.

Z-vleugel (E) met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan straatkant.

Gemeenteschool Nr. 1-2, vleugel E en volume F, gevels naar speelplaats B (foto 2004).

Middenrisaliet en uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt.. Op benedenverdieping, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. uit twee delen gescheiden door hardstenen paneel. Op centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), rechthoekige deur onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met cirkels. TrapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met rondboogvenster. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met bewaarde roedeverdeling op verdiepingen Overdekte speelplaats voor jongens (I) later geplaatst.

Gymnastiekzaal (C) met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Oorspronkelijk één bouwlaag (1896), maar verhoogd met tweede (1912) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met nok met hoge daklantaarn.

In Wipstraat, vleugel (G) met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Middenrisaliet met grote paneeldeur en groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met tussenstijl op eerste verdiepingen; bekroond door trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met tweelicht onder hardstenen wapenschild. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met uitstekend juk. Grotendeels bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling. In Fortstraat, gevel met drie bouwlagen; tot deuren getransformeerde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. In Sterckxstraat, vleugel afgeboord door volume met één bouwlaag waarin feestzaal.

Achter omheiningsmuur in Fortstraat, bewaard overdekte galerij (H) onder plat dak op pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met metalen kraagstenen, later verbouwd tot gesloten lokaal. Op hoek met Z-vleugel in Fortstraat (E) en vleugel in Wipstraat (G), hoge cilindervormige schouw van verwarmingsinstallatie, ontworpen in 1898.

Bronnen

Archieven
GASG/OW. (niet geklasseerd fonds).

Publicaties en studies
BERNIER, F., Monographie de Saint-Gilles-lez-Bruxelles, P. Weissenbruch, Brussel, 1904, pp. 99, 100.