Typologie(ën)

school

Ontwerper(s)

Edmond QUÉTINarchitect1880

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 3439
lees meer

Beschrijving

Schoolcomplex in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. en neo-Vlaamse renaissance-elementen n.o.v. gemeentelijk arch. Edmond Quétin, 1880; uitgebreid met grote vleugel in 1960 en 1978.

Koninklijk Atheneum Victor Horta (Verzameling postkaarten Dexia Bank, ca 1903).

Ontworpen volgens typeprogramma voor schoolgebouwen bepaald door stedelijke besluiten van Stad Brussel uit jaren 1870-1880. Vroeger École communale de Saint-Gilles-Bruxelles genoemd. Middelbare jongensschool, uitgebreid met afdeling Grieks-Latijn in 1900-1901 en met muziekschool in 1903. Het complex omvat nu het Koninklijk Atheneum Victor Horta en de vzw Itinéraires (op Moricharplein).

Het complex beslaat driekwart van bouwblok tussen Retoricastraat, Studentenstraat en Moricharplein. Omheiningmuur rond centraal gebouw (C) met grote overdekte binnenkoer. Gebouw wordt geflankeerd door twee parallelle volumes, een vóór Moricharplein (D), andere aan binnenkant van bouwblok (A). Langs Studentenstraat, uitbreiding uit 1960 en 1978 waardoor noordelijke delen van oorspronkelijke volumes verdwenen. Oorspronkelijke volumes hebben alle drie bakstenen (Veurne) gevels versierd met friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., sierankers en wit- en hardsteen elementen; onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in hardstenen breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen.; hoofdzakelijk getoogde muuropeningen, sommige op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met kleine openingen voor verluchting van klaslokalen; traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..

Vml. école communale de Saint-Gilles-Bruxelles, heden Koninklijk Atheneum Victor Horta, plattegronden, arch. Edmond Quétin (L’Émulation, 1884, col. 134-135, pl. 43).

Centraal gebouw (C) is rechthoekig. Twee bouwlagen en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met centrale toegang. Voorbouw in Retoricastraat met drie bouwlagen. Identieke voorbouw aan Studentenstraatzijde gesloopt voor bouw van nieuwe vleugel. Bewaarde voorbouw met hoofdgevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) heeft breder middenrisaliet onder rijk versierde topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met hardstenen vrijmetselaarssymbolen. RisalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met op eerste verdieping drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. en getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en op tweede verdieping groot getoogd drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt..

Koninklijk Atheneum Victor Horta, gevel retoricastraat, centraal gebouw (C) (foto 2003).

Interieur: grote overdekte binnenkoer omgeven door klaslokalen. Op eerste verdieping van binnenkoer, galerij op metalen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; eerste verdieping bekroond door halve bouwlaag en geritmeerd door getoogde nissen; stomp zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. op bewaard metalen gebinte met dito trekkers en elegante consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., beglaasde nok wellicht gewijzigd; deels bewaard houten meubilair n.o.v. Edmond Quétin.

Koninklijk Atheneum Victor Horta, overdekte speelplaats, gebouw C (foto 2003).

Overdekte binnenkoer oorspronkelijk in tweeën verdeeld door verplaatsbare tussenwand. Ommuurde speelplaats eveneens opgedeeld door muur (B) in dezelfde as. Elke speelplaats had toegang via respectievelijk straat (E, H).

Volume op Moricharplein (D), rechthoekig en bevatte eveneens klaslokalen. Achtergevel met aangrenzend overdekte binnenplaats. Gebouw vroeger links geflankeerd door speeltuin (I) en rechts door tuintje (F). In oorsprong tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), maar twee laatste aan rechterzijde gesloopt voor uitbreiding uit 1960-1978. Aanvankelijk twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. met toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in derde en achtste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); laatst genoemde uitkragend op verdiepingen en vroeger bekroond met topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met dezelfde symbolen als die van centraal gebouw, en telkens hardstenen plaat met opschrift “MDCCCLXXXII école moyenne”. Zes centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vóór 1904 verhoogd met extra bouwlaag in dezelfde stijl; oorspronkelijke topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. van toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. hierbij hergebruikt en toevoeging van paneel voor opschrift boven twee centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).

Volume binnen bouwblok (A) met één bouwlaag en oorspronkelijk van Retoricastraat tot Studentenstraat. Omvatte verscheidene lokalen, waaronder turnzaal en tekenzalen. Volume nu tot tweederden herleid. In Retoricastraat geveltop met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder getrapte geveltop met centrale cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. in gebeeldhouwde hardsteen. Rechts, ondiep volume met twee bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (G), geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en elk bekroond door topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. onder gebeeldhouwde cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. en topstuk. Getoogde kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. op benedenverdieping en gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen. Achter omheiningmuur, klein houten gebouwtje met lamberkijnvormend kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Bronnen

Archieven
GASG/DS – (1960), – (1978).
Verzameling postkaarten Dexia Bank.

Publicaties en studies
BERNIER, F., Monographie de Saint-Gilles-lez-Bruxelles, P. Weissenbruch, Brussel, 1904, pp. 134-135, 138-140.
Notices sur la contribution de la commune de Saint-Gilles-lez-Bruxelles à l'Exposition Universelle et Internationale de Bruxelles 1910, Brussel, 1910, pp. 11-13.

Tijdschriften
‘ Ecole communale de Saint-Gilles ; architecte M. Edmond Quétin ', L'Émulation, 1884, kol. 134-135, pl. 43-45.