Typologie(ën)
herenhuis
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1600-1699
Statut juridique
Stijlen
Neoclassicisme
Traditionele architectuur
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 30240
Beschrijving
Breed herenhuis in
neoclassicistische stijl, mogelijk traditionele kern opklimmend tot de 17e
eeuw. In 1756 aangekocht door baron J.B. Herman de Willebroeck et de Ruysbroeck,
vanaf 1860 bewoond door graaf t’Serclaes-Tilly, tot huidige vorm aangepast in
het begin van de 19e eeuw.
Dubbelhuistype met drie bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Bepleisterde en beschilderde gevel. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempel, getralied op de gedrukte benedenverdieping, haast vierkant op de bovenste. Brede rondboogpoort met eenvoudige hardstenen omlijsting in Lodewijk XV-stijl uit midden 18e eeuw, in de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): geprofileerd kwarthol beloop met neuten, gegroefde voluutsleutel, spiegels in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. en gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; typische schamppalen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. boven steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.; drie gewolfde dakkapellen.
Dubbelhuistype met drie bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Bepleisterde en beschilderde gevel. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempel, getralied op de gedrukte benedenverdieping, haast vierkant op de bovenste. Brede rondboogpoort met eenvoudige hardstenen omlijsting in Lodewijk XV-stijl uit midden 18e eeuw, in de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...): geprofileerd kwarthol beloop met neuten, gegroefde voluutsleutel, spiegels in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. en gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.; typische schamppalen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. boven steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.; drie gewolfde dakkapellen.
