Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Léon Emmanuel GOVAERTSarchitect1915

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl
Neo-Lodewijk XVI

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 1248
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in Beaux-Artsstsijl, met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., i.o.v. industrieel Paul Henricot en gesigneerd en gedateerd op gevel ‘L(éon Emmanuel). Govaerts / architecte / 1915'. Momenteel zetel van vereniging Mouvements de Femmes.

Drie bouwlagen onder mansarde. Gevel in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Op benedenverdieping steekboogvensters; opengewerkte smeedijzeren vleugeldeur onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. waarin vrouwelijk gelaat omgeven door hoorns van overvloed; in traliewerk bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.: initialen van opdrachtgever, omgeven door lauwerkrans. Verdiepingen geritmeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden. in tweede bouwlaag en met knoppenfries in derde. In tweede bouwlaag centrale gebogen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. met gesculpteerde palmettenVersiering in de vorm van een palmblad. en hoge gecanneleerde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; daarboven balkon met ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Zware witstenen getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. getooid met leeuwenkop en hangende guirlandes; bekroond met attiekmuur met discusmotieven. Drie rechthoekige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Fraai bewaard ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw..

Interieur met verfijnd bewaard decor. Brede inkomgang met tongewelf en marmeren lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …. Eiken trap met bewerkte smeedijzeren leuning, onder ovaal bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met stervormig motief. Inkomhal met parketvloer. In voorkamer bruine marmeren schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. met decor van engeltjes en rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk. in Carraramarmer. Op boezemHet boven de stookplaats uitspringende en rookopvangende gedeelte van een schouw; of ook, het boven de schoorsteenmantel opgaande gedeelte van een schoorsteen tot aan de zoldering. paneel met Lodewijk-XVI-decor van gekruiste fakkel en pijlkoker. Bronzen haardplaat met decor van groteskenVersiering, samengesteld uit grillige, fantastische figuren en krullen waarin dier- en mensengedaanten zijn verwerkt..

Blanchestraat 29, schouw op benedenverdieping, kamer binnen bouwblok (foto 2004).

In achterkamer op benedenverdieping schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. in groene marmer met bronzen inlegwerk in Lodewijk-XVI-stijl. Op boezemHet boven de stookplaats uitspringende en rookopvangende gedeelte van een schouw; of ook, het boven de schoorsteenmantel opgaande gedeelte van een schoorsteen tot aan de zoldering. gemaroufleerd doek met putti gevat in stucdecor. Bronzen haardplaat met festoenenAan strikken of linten opgehangen slinger van gehouwen of gesneden vruchten en loofwerk, vaak met neerhangende uiteinden.. Trapbordes op eerste verdieping met parketvloer; verlicht door rondboogvenster waarin glasraam met bladmotieven. Voorkamer op eerste verdieping voorzien van lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en grote witstenen schoorsteen met Lodewijk-XVI-decor.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 206 (1913).