Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

P.J. PEETERSarchitect1854

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30656
lees meer

Beschrijving

Geheel van opbrengsthuis op hoek met Voorzorgsstraat en burgerwoning, in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, n.o.v. architect P.J. of D. Peeters, 1854.

Drie bouwlagen en respectievelijk acht en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Oorspronkelijk bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevels op sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. deur en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempel, vlak omlijst op de verdiepingen, en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.; hoekpand heden gecementeerdMet portlandcement bestrijken.. Balkon op voluutconsoles en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in de centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de laan.
Bronzen gedenkplaat W.O. II tegen de zijgevel. Aansluitend tuinmuur en stallingen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 24814 (1854).