Typologie(ën)

klooster/abdij

Ontwerper(s)

Edmond BRUYNEELaannemer1894

Stijlen

Eclectisme

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 3115
lees meer

Beschrijving

Twee coherent aansluitende gebouwen in eclectische stijl, ter vervanging van twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. gebouwen; nr. 59 i.o.v. religieuze gemeenschap Les Dames de Sainte-Julienne en door aannemer Edmond Bruyneel, 1894, nr. 61 ontworpen in 1895; ensemble heringericht als gezondheidscentrum i.o.v. vzw Oeuvres paroissiales de Sint-Gillis en n.o.v. arch. H. Kumps.

Bakstenen gevels. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... ; op nr. 59 met metalen ijzeren roeden.

Nr. 59. Drie bouwlagen en vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping, getoogde op verdiepingen.

Nr. 61. Gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Rond- of korfboogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. bekroond door kleine dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met op benedenverdieping gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en bekronende trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met tweelicht.

Achterliggend gebouw met twee bouwlagen en gevel van meer dan 30 m lang, gebouwd in 1894 met kamers van de zusters aan weerszijden van centrale gang; gewijzigd n.o.v. arch. H. Kumps in 1962, en in 1963 verhoogd met bouwlaag.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 97 (1962), 97 (1963); 59: 3224, 3713 (1894); 61: 148 (1895).