Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Robert MERTENSarchitect1932

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 36225
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning in art-decostijl en met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect Robert Mertens, 1932.

Gevel in oranjekleurige baksteen met elementen in witsteen en hardsteen. Borstweringen, hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug. en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met opstaande bakstenen. Trapezoïdale uitbouw bekroond door een terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met smeedijzeren traliewerk voor een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Deur met geprofileerde stijlen, onder een platte luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en een impostvenster. Daarboven, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met getrapte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in de vorm van een omgekeerde piramide. Mansardedak met twee houten dakkappelen. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Kroonlijst met zigzagdecor. Deur met groot driehoekig getralied raam. Raamwerk met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling met centraal glas-in-loodraam.
Hek van het tuintje, met pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en smeedijzeren traliewerk, bewaard.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 40408 (1932).