Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

F. VAN ROELENarchitect1906

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 36216
lees meer

Beschrijving

Geheel van vier verschillend uitgewerkte burgerwoningen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl, ontworpen door architect F. Van Roelen voor de Lakense industrieel Gustave Schildknecht, 1906. Het geheel werd gelauwerd tijdens de gevelwedstrijd die de gemeente voor het jaar 1907 organiseerde.

Opstanden van twee bouwlagen, met drie symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die een op twee ongelijk zijn. Op de hoofdtraveeënBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., rechthoekige voorbouwen bekroond door een terras onder dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. of puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Gevels in rode baksteen (nr.12 en 16) of witte baksteen, thans beschilderd (nr.14 en 18), versierd met witte of rode baksteen en met witstenen en/of hardstenen elementen. Houten kroonlijsten op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken..
Hek van het tuintje deels bewaard op nr. 12 en 14.

Op nr. 12 en 16, bredere centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Verhoogde benedenverdieping. Muuropeningen onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog..
Op nr. 12, deur achter trappenpartij. Voorbouw bekroond door een terras met gemetselde wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk. Links, trap naar de kelder. Dakkapel met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster. en schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. en voorzien van een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl.. Op de eerste verdieping, bewaard raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd..
Op nr. 16, oorspronkelijk, centrale voorbouw met houten structuur die een toegangsportiek vormde, bekroond door een terras, toegankelijk via een trap op de linkertravee; rechts, trap naar de kelder. Structuur verwijderd en onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. vernieuwd in 1983. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met zichtbare dakstoelMeestal driehoekig samenstel van dragende onderdelen van een kap, in één vlak, haaks op het dakvlak en veelal opgebouwd uit één of meerdere elementen op elkaar (kapgebinten). en voorzien van een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met gebogen Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Schrijnwerk vervangen.

Op nr. 14 en 18, opstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. volgens spiegelbeeldschema, met traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met verspringende bouwlagen. Muuropeningen onder stenen lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. of I-balkIJzeren latei met I-profiel. op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.. Deur onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog., bekroond door twee gestapelde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Voorbouw bekroond door een terras met gemetselde wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere.; houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op nr. 18. PuntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met zichtbare dakstoelMeestal driehoekig samenstel van dragende onderdelen van een kap, in één vlak, haaks op het dakvlak en veelal opgebouwd uit één of meerdere elementen op elkaar (kapgebinten). en gebogen elementen. Sommige timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. zijn versierd met florale sgraffitiSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). met art-nouveau-invloed.
Op nr. 14, schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.
Op nr. 18, schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Bronnen

Archieven
SAB/IP II 684 (1903-1915).

SAB/OW Laken 5909 (1906); 1618: 88301 (1983).