Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

A. FRÈRE architect1910

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 36224
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning in eclectische stijl, n.o.v. architect A. Frère, 1910. Dit huis werd gelauwerd in de gevelwedstrijd die de gemeente dat jaar organiseerde.

Opstand van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. met verspringende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in witte baksteen met elementen in witsteen en hardsteen. Onderbouw in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van gele zandsteen. De meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. rondboogvormig en onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., lichtjes uitspringende onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. die een klein terras vormt, met metalen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) waarop een schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. rust dat op zijn beurt door een terras wordt bekroond. Deur achter een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. met boogvormige trap waarin zich een dienstingang bevindt. Ondiepe erker op I-balkIJzeren latei met I-profiel. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., met tweelicht, en onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Dakkapel, onder boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., en oeil-de-boeufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink.. Kroonlijsten, deur met smeedijzeren traliewerk en delen van het raamwerk met bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling bewaard.
Hek van het voortuintje verwijderd.

Bronnen

Archieven
SAB/IP II 684 (1903-1915).

SAB/OW Laken 2482 (1910).