Typologie(ën)
driegevelvilla
Ontwerper(s)
R. CORNIL – architect – 1924
Stijlen
Regionalisme
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2018
id
Urban : 38440
Beschrijving
Halfvrijstaande
villa in cottagestijl, n.o.v. architect R. Cornil, 1924.
Gebouw van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met ingesnoerde dakgoot. Benedenverdieping in baksteen, versierd met thans beschilderde elementen, bepleisterde verdieping met decor van cementen pseudo-vakwerk, het geheel met hardstenen elementen. Op de zijgevel, onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in pseudobreuksteen. Aan de straatkant, traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met trapezoïdale voorbouw bekroond door een terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met smeedijzeren traliewerk. Als torentje behandelde hoek bekroond door een terras, vóór het dak, met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de zijgevel, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de tweede inspringend, volgens oorspronkelijk plan voorzien van een deur, de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uitspringend, met ingang onder markies. De oorspronkelijke houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. zijn door gewone openingen vervangen. Schrijnwerk vervangen.
Hek van het voortuintje vervangen.
Achteraan, gebouw van twee bouwlagen gebruikt als magazijn en kantoor, ontworpen in 1936 (n.o.v. architect Jules Pilate). Nadat het tot garage was verbouwd, werd het in 1960 verlengd met een volume van één bouwlaag dat tot aan de straatkant loopt (n.o.v. architect S. Couck).
Gebouw van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met ingesnoerde dakgoot. Benedenverdieping in baksteen, versierd met thans beschilderde elementen, bepleisterde verdieping met decor van cementen pseudo-vakwerk, het geheel met hardstenen elementen. Op de zijgevel, onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in pseudobreuksteen. Aan de straatkant, traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met trapezoïdale voorbouw bekroond door een terras met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met smeedijzeren traliewerk. Als torentje behandelde hoek bekroond door een terras, vóór het dak, met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de zijgevel, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de tweede inspringend, volgens oorspronkelijk plan voorzien van een deur, de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uitspringend, met ingang onder markies. De oorspronkelijke houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. zijn door gewone openingen vervangen. Schrijnwerk vervangen.
Hek van het voortuintje vervangen.
Achteraan, gebouw van twee bouwlagen gebruikt als magazijn en kantoor, ontworpen in 1936 (n.o.v. architect Jules Pilate). Nadat het tot garage was verbouwd, werd het in 1960 verlengd met een volume van één bouwlaag dat tot aan de straatkant loopt (n.o.v. architect S. Couck).
Bronnen
Archieven
SAB/OW 54401 (1924), 45160 (1936), 72572 (1960).