Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Maurice VAN YSENDIJCKarchitect1905

Stijlen

Beaux-Artsstijl
Neoclassicisme

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 7411
lees meer

Beschrijving

Huis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met neoclassicistische inslag en symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. Maurice Van Ysendijck, 1905 (volgens De Keyser, G., 1996).

Zandstenen gevel. Benedenverdieping met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). twee getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. naast dito koetspoort. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen. Vensteromlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. op eerste verdieping; centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Drie dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. uit 1951. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

Bronnen

Archieven
GASG/DS 101 (1905), 3 (1951).