Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Adrien BLOMMEarchitect1912

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neorenaissance
Neogotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 7353
lees meer

Beschrijving

Herenhuis met gotische en renaissance elementen van 1912, n.o.v. Adrien Blomme, i.o.v. diplomaat Lucien Graux.

Gevel in simili-natuursteen en baksteen van drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), nl. inspringend traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met eigen karakter, gevolgd door drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. binnen geprofileerde omlijsting. Linkertravee met fraaie rechthoekige houten toegang; houten deur onder accoladeboogBoog bestaande uit twee in- en uitzwenkende boogdelen die bij hun snijding een spits vormen. met kruisbloem(Neo)gotische beëindiging, bestaande uit een stam met daarop één of meerdere kransen van gestileerde bladeren (hogels) en bovenaan bekroond met een sierbol (pumeel). tussen twee bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met gekleurd glas tussen roeden.

Op verdiepingen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in simili-natuursteen en bakstenen muurdammen. KruisvensterVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. op eerste verdieping. Tweede verdieping bekroond door boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. met gesculpteerd timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. ‘Maria Boodschap' boven tweelicht. Derde verdieping in simili-natuursteen met vierlicht onder twee korfboogvormige timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met tussenliggend medaillonRonde of ovale cartouche.. Verhoogde halsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken. met kruisvensterVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. met blindZonder opening; blind venster, schijnopening. bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en vrouw in bas-reliëf in timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd.. Oorspronkelijke glas-in-loodramen verdwenen.
Volgende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met grote venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. binnen geprofileerde omlijsting en van elkaar gescheiden door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Benedenverdieping muuropeningen met korfbogenBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen.: twee getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. naast getraliede en beglaasde koetspoort; pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.. Eerste verdieping venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met gedrukte boogBoog waarvan de kromming lager is dan de overeenkomstige rondboog. en vierledig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.; borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met medaillonRonde of ovale cartouche. in ruit: centraal medaillonRonde of ovale cartouche. met bloemmotief, rest met hoofdprofiel. Uitkragende tweede verdieping met korfboogvensters en geribde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; twee linkertraveeën uitspringend en loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. vormend met stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op drie gesculpteerde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en met twee kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld.. ZadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met drie dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder tentdak.

Sint-Bernardusstraat 48, opstand, GASG/Urb. 217 (1912).

Interieur. Uitzonderlijk rijk en verscheiden uitgevoerd. Grootse hal vormgegeven naar vroege classicisme en zenitaal verlicht door geometisch verdeeld bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.; wanden verdeeld door gestuckte sierlijsten en versierd met fruittrofeeën; brede eiken trap met fijne getorsteGedraaid, gewrongen. balustersVaasvormige spijl van een borstwering. leidend naar overloop.

Naast hal kamer met eiken lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in régence-stijl.

Op eerste verdieping ‘gotische zaal' met wanden in simili-natuursteen met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.; plafond verdeeld door gepleisterde moerbalken met gotische profileringen op hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met gotische standbeeldjes op dito consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; gotische schouw met schouwwangen eindigend in figuurtjes en stenen schouwbalk met gehouwen voorstelling van aantal middeleeuwse figuren; tegenovergestelde wand: nis ondersteund door consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met gehouwen arend met boekenrol.

‘Renaissance-kamer': eiken manshoge cassettenlambrisering, balkenplafond en fraai uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. met renaissancemotieven.

Aan achtergevel op eerste verdieping, twee aaneensluitende kamers versierd met empire-motieven, zoals guirlandes, fasces, medaillonRonde of ovale cartouche.,…; ene kamer verlicht door gebogen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., andere kamer voorzien van rijkelijk versierde schoorsteen.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 217 (1912).

Publicaties en studies
DE PANGE, I., SCHAACK, C., 400 façades étonnantes à Bruxelles, éd. Aparté, Brussel, 2003, p. 44.

Tijdschriften

DELVOYE, C., ‘ Het eclectisme in de architectuur ', De woonstede door de eeuwen heen, 32, 1976, p. 33.