Typologie(ën)
Internaat/pensionaat
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1870
Stijlen
Eclectisme
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2025
id
Urban : 41866
Beschrijving
Voormalig pensionaat in
eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. invloeden, ca. 1870.
Oorspronkelijk een pensionaat geleid door E. Hodson en de protestantse predikant J.C. Jenkins. In 1904 en 1907 omgebouwd tot een appartementencomplex met kantoren op de benedenverdieping voor advocaat R. Martin. In 1955 verbouwd voor de YWCA (Young Women's Christian Association), met toevoeging nieuw volume kant Bordeauxstraat. In 1987, werd het gebouw verbouwd door architect A. Cornut voor het OCMW.
OpstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van vijf verdiepingen (bovenste als mezzanine onder kroonlijst) onder een pseudo-mansarde met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en plat dak. Het oorspronkelijke gedeelte met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Sint-Bernardusstraat en zes langs de Bordeauxstraat, waarbij in 1955 met het nieuwe volume vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) werden toegevoegd. Hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., gevelparement in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. witsteen, met Franse voegen op de benedenverdieping en schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de verdiepingen. Op de verdiepingen steekboogvormige raamopeningen in verdiepte kaders. Kant Sint-Bernardusstraat trapeziumvormige houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op eerste verdieping aan tweede en vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); identieke erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op eerste verdieping toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. Bordeauxstraat. Deze erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in 1907 toegevoegd. Aan kant Sint-Bernardusstraat enkele borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met ronde medaillonsRonde of ovale cartouche. omlijst met bloemslingers. Hoek kant Bordeauxstraat met blindZonder opening; blind venster, schijnopening. muurvlak met lijstwerk.
SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels vervangen.
Interieur. Hal en circulatieruimten rijkelijk versierd in Beaux-Arts-stijl: mozaïekvloer, muren bekleed met wit marmer, lijstwerk, versierde bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden., stucplafonds, balusterVaasvormige spijl van een borstwering. trapleuningen met houten gesculpteerde trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap.. Marmeren schoorsteenmantelsHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw., lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en inbouwkasten op eerste twee verdiepingen bewaard.
Waardestelling
Artistieke waarde
Gebouw (gevels) representatief voor de eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inspiratie (materialen, simili-parement met Franse en schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., erkers). Interieur representatief voor de Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. (rijke materialen, overvloedige lijstwerk, schoorsteenmantelsHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw., lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, hiërarchie van de ruimtes). Hoewel deze ruimtes meerdere malen zijn gerenoveerd, behielden ze hun authenticiteit omdat hun oorspronkelijke functie nog steeds leesbaar is.
Historische waarde
Onroerend goed behorend tot eerste bebouwing van de Sint Bernardusstraat, getuige van de stedenbouwkundige ontwikkeling van de gemeente in de tweede helft van de 19e eeuw (contextuele waarde). Het is representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. voor een relatief zeldzaam type gebouw, een pensionaat, wat de schaal van het gebouw en de indeling ervan verklaart (groot aantal ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., twee ingangen).
Stedenbouwkundige waarde
Het gebouw op de hoek van de Sint-Bernardusstraat en de Bordeauxstraat is een belangrijk stedenbouwkundig herkenningspunt in de wijk. Door zijn ligging structureert het de openbare ruimte en heeft het een sterke invloed op de perceptie van het blok. Door zijn imposante omvang heeft het een dominante aanwezigheid in de straat.
Oorspronkelijk een pensionaat geleid door E. Hodson en de protestantse predikant J.C. Jenkins. In 1904 en 1907 omgebouwd tot een appartementencomplex met kantoren op de benedenverdieping voor advocaat R. Martin. In 1955 verbouwd voor de YWCA (Young Women's Christian Association), met toevoeging nieuw volume kant Bordeauxstraat. In 1987, werd het gebouw verbouwd door architect A. Cornut voor het OCMW.
OpstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van vijf verdiepingen (bovenste als mezzanine onder kroonlijst) onder een pseudo-mansarde met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. en plat dak. Het oorspronkelijke gedeelte met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de Sint-Bernardusstraat en zes langs de Bordeauxstraat, waarbij in 1955 met het nieuwe volume vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) werden toegevoegd. Hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., gevelparement in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. witsteen, met Franse voegen op de benedenverdieping en schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op de verdiepingen. Op de verdiepingen steekboogvormige raamopeningen in verdiepte kaders. Kant Sint-Bernardusstraat trapeziumvormige houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op eerste verdieping aan tweede en vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); identieke erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op eerste verdieping toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. Bordeauxstraat. Deze erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in 1907 toegevoegd. Aan kant Sint-Bernardusstraat enkele borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met ronde medaillonsRonde of ovale cartouche. omlijst met bloemslingers. Hoek kant Bordeauxstraat met blindZonder opening; blind venster, schijnopening. muurvlak met lijstwerk.
SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... grotendeels vervangen.
Interieur. Hal en circulatieruimten rijkelijk versierd in Beaux-Arts-stijl: mozaïekvloer, muren bekleed met wit marmer, lijstwerk, versierde bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden., stucplafonds, balusterVaasvormige spijl van een borstwering. trapleuningen met houten gesculpteerde trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap.. Marmeren schoorsteenmantelsHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw., lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en inbouwkasten op eerste twee verdiepingen bewaard.
Waardestelling
Artistieke waarde
Gebouw (gevels) representatief voor de eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inspiratie (materialen, simili-parement met Franse en schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., erkers). Interieur representatief voor de Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. (rijke materialen, overvloedige lijstwerk, schoorsteenmantelsHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw., lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, hiërarchie van de ruimtes). Hoewel deze ruimtes meerdere malen zijn gerenoveerd, behielden ze hun authenticiteit omdat hun oorspronkelijke functie nog steeds leesbaar is.
Historische waarde
Onroerend goed behorend tot eerste bebouwing van de Sint Bernardusstraat, getuige van de stedenbouwkundige ontwikkeling van de gemeente in de tweede helft van de 19e eeuw (contextuele waarde). Het is representatiefDe representativiteit verwijst naar het feit dat het onroerend goed een of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere onroerende goederen in dezelfde categorie (bijvoorbeeld een typologie): het moet een “goed voorbeeld” zijn dat tal van betekenisvolle kenmerken in zich verenigt. De representativiteit van een goed wordt geëvalueerd in functie van zijn geografische context (lokaal, regionaal, nationaal), zijn chronologische context (is betekenisvol in de sociale, religieuze, politieke, industriële of wetenschappelijke geschiedenis, in de esthetiek), zijn historische architecturale context (bijvoorbeeld, het vertaalt op significante wijze een kenmerk van een desbetreffend tijdperk. Net als voor het bepalen van de zeldzaamheid, is het voor de representativiteit noodzakelijk het goed te vergelijken met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren. Een onroerend goed kan representatief zijn voor een bepaalde stijl, typologie, stedenbouwkundig concept of het oeuvre van de ontwerper, enz. voor een relatief zeldzaam type gebouw, een pensionaat, wat de schaal van het gebouw en de indeling ervan verklaart (groot aantal ramenVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., twee ingangen).
Stedenbouwkundige waarde
Het gebouw op de hoek van de Sint-Bernardusstraat en de Bordeauxstraat is een belangrijk stedenbouwkundig herkenningspunt in de wijk. Door zijn ligging structureert het de openbare ruimte en heeft het een sterke invloed op de perceptie van het blok. Door zijn imposante omvang heeft het een dominante aanwezigheid in de straat.
Bronnen
Archieven
ACSG/Urb. 1904 – 1955.