Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Jean MAELSCHALCKarchitect1901

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 4987
lees meer

Beschrijving

Huis met art-nouveau-inslag en symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. n.o.v. arch. Jean Maelschalck, 1901.

Vier bouwlagen, hoogste toegevoegd (1951). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. verdiepingen met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., eerste twee verdiepingen in simili-natuursteen. Op eerste verdieping doorlopend  balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., centraal uitspringend en gewelfd. Op tweede verdieping centraal gewelfd balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op consolevormende sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Op eerste en tweede verdieping korfboogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; op eerste verdieping met spitse of hoefijzervormige archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. met zweepslagvormige uiteinden. Borstweringspiegels op tweede verdieping oorspronkelijk met sgraffiti (verdwenen). Benedenverdieping oorspronkelijk met private vleugeldeur en uitstalraam onder korfboogBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. naast aparte winkeldeur; geheel volledig verbouwd n.o.v. arch. Henri Leemans, 1942; benedenverdieping nu bekleed met gele tegels en geritmeerd door afgeronde pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…), daartussen bewaarde private deur onder vernieuwd bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en winkelpui met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in glas-in-lood op uitstalramen en centraal inspringende deur. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 48 (1901), 92 (1942), 48 (1951).