Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

VERHEVENaannemer1890

Stijlen

Neorenaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 4969
lees meer

Beschrijving

Ensemble van twee vergelijkbare huizen volgens repeterend schema met neo-Vlaamse renaissance-invloeden en asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. waarschijnlijk n.o.v. aannemer Verheven, 1890.

Twee bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) Bakstenen gevel met hard- en simili-natuurstenen elementen. Op benedenverdieping hardstenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; bekronende puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met keramieken friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met bloemenmotieven.

Nr. 110. Getoogde deur onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en getralied oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. PuntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met getoogd vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en benadrukt door rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. die pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. van verdiepingen verbindt. Achterliggende stallingen en koetshuis (1889).

Nr. 112. Rechthoekige deur onder getoogd impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. PuntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met rechthoekige vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). met keramieken dambordpatroon.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 2463 (1890); 110: 2293 (1889).