Typologie(ën)

herenhuis
appartementsgebouw
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Ernest NISOLIarchitect1928-1929

INCONNU - ONBEKEND1874

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco
Neoclassicisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 4694
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl op doorlopend  perceel, 1874.

Oorspronkelijk met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., verbouwd tot opbrengsthuis met twee bijkomende bouwlagen en sloop van achterhuizen voor appartementsgebouw (Munsthofstraat nr. 9), gesigneerd rechts op onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. ‘e. nisoli / arch.', 1928.

H. Jasparlaan nr. 92. Op eerste en tweede verdieping venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op kordonsUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. en onder schouderboogBoog in de vorm van een driepas waarvan de middelste lob is vervangen door een rechte latei op twee korte verticale stukken; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een in- en uitzwenkende lijnvoering. met versierde sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf.. Op eerste verdieping doorlopend  balkon en middentravee tussen geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Op overige verdieping getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., middentravee tussen monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. GetandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met drie rechthoekige dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. (1929). Winkelpui gewijzigd (arch. Marie-Eliane Havenith, 1969). Schrijn- en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. vervangen.

Munthofstraat nr. 9. Appartementsgebouw met art-deco-elementenTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik.. Zes bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bakstenen gevel met simili-natuurstenen elementen op hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Gedrongen benedenverdieping met drie getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en garagepoort. TussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. met floraal reliëf op muurdamParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. en links twee kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; lateraal, (1937), twee trapezoïdale erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder terras met balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Vier hoogste bouwlagen volgens symmetrisch schema: centraal twee gestapelde trapezoïdale erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. geflankeerd door rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met bloemenfries en sterk overkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels vervangen.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 2317 (1874), 172 (1911), 174 (1928), 214 (1929), 235 (1937), 19 (1969).