Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
Ontwerper(s)
J. VERMEERSCH – architect – 1926
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 22001
Beschrijving
Geheel van twee huizen in eclectische stijl ontworpen door architect J. Vermeersch voor eigen rekening, 1926. Hij ontwierp ook Algemeen Stemrechtlaan nr. 29 tot 39 en Renanlaan nr. 23 tot 27, op de hoek van de twee lanen.
De huizen delen dezelfde gevel onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met ingesnoerde dakgoot. Bakstenen gevel met elementen in hardsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van witsteen. Ondervlak en bovenschild met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., de eerste oorspronkelijk overwegend boogvormig, de tweede klimmend, op nr. 29 vervangen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard op nr. 27. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... op de benedenverdieping en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vervangen op nr. 29. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling en/of loodstrips in bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..
Op Algemeen Stemrechtlaan nr. 27, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met opeenvolgende uitkragingen langs de laan, de centrale als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., met verspringende bouwlagen, de rechtertravee behandeld als trapezoïdale voorbouw. In de Renanlaan, muurvlak met een uitkragende schoorsteenkoker en een traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., voorzien van de garagepoort. Toegangsdeur met gewelfde omlijsting onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; houten deurvleugel met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op talrijke platte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Achteruitbouwstrook als terras, met smeedijzeren traliewerk tussen gemetselde pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). IJzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. bewaard.
Op Renanlaan nr. 29, symmetrische opstand van drie bouwlagen. Deur geflankeerd door twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., rechts verkleind door de recente toevoeging van een secundaire toegang. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, de eerste met trapezoïdale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. in het gevelvlak.
De huizen delen dezelfde gevel onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met ingesnoerde dakgoot. Bakstenen gevel met elementen in hardsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van witsteen. Ondervlak en bovenschild met dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., de eerste oorspronkelijk overwegend boogvormig, de tweede klimmend, op nr. 29 vervangen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard op nr. 27. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... op de benedenverdieping en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vervangen op nr. 29. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met roedeverdeling en/of loodstrips in bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..
Op Algemeen Stemrechtlaan nr. 27, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met opeenvolgende uitkragingen langs de laan, de centrale als toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., met verspringende bouwlagen, de rechtertravee behandeld als trapezoïdale voorbouw. In de Renanlaan, muurvlak met een uitkragende schoorsteenkoker en een traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., voorzien van de garagepoort. Toegangsdeur met gewelfde omlijsting onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; houten deurvleugel met balustersVaasvormige spijl van een borstwering.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op talrijke platte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Achteruitbouwstrook als terras, met smeedijzeren traliewerk tussen gemetselde pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). IJzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. bewaard.
Op Renanlaan nr. 29, symmetrische opstand van drie bouwlagen. Deur geflankeerd door twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., rechts verkleind door de recente toevoeging van een secundaire toegang. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, de eerste met trapezoïdale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. in het gevelvlak.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 250-27.