Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Jean MAELSCHALCKarchitect1906

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 36076
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee analoge opbrengsthuizen, in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met invloed van de art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., n.o.v. architect Jean Maelschalck, 1906. Gesigneerd op de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. op nr.37: “JEAN / MAELSCHALCK / ARCHITECTE”.

Oorspronkelijk, gebouwen van drie bouwlagen, onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., met rechts een acht meter lange omheiningsmuur, gelegen op een ondiep driehoekig perceel. In 1927 werd nr. 37 voorzien van een extra verdieping onder mansarde. In 1929 werd nr. 39 verhoogd met een verdieping onder mansarde. In de jaren 1950 verdween het grootste deel van de afsluitingsmuur, toen nr. 35a werd gebouwd.

Gevels in witte baksteen versierd met lichtblauwe bakstenen en met hardsteen. Opstanden van respectievelijk drie symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Toegangstraveeën met verspringende verdiepingen. Balkons met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de eerste verdieping. De timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. zijn versierd met florale sgraffitiSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). in art-nouveaustijl; de meeste sgraffitiSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). op de verdiepingen zijn beschadigd of verdwenen. Deuren met uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. waarop een boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. met welfstenenMeestal wigvormige steen waaruit een boog is samengesteld en waarvan de voegen radiaal verlopen. rust. Schrijnwerk vervangen, met uitzondering van de deuren met smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… traliewerk met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de benedenverdieping op nr. 39, en de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). (hergebruikt) op nr. 37.

Op nr. 37, centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met eerste vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en spitsvormige ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. en tweede vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Het derde vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., oorspronkelijk als spitsboogvormig  dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met spitse  bekroning en akroterieVersieringsmotief, op de hoek - in mindere mate op de top - van het hoofdgestel; vaak in de vorm van een palmet of griffioen. (verdwenen met toevoeging verdieping). Op de zijtraveeën, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede verdieping met moneelStenen vensterstijl. en onder timpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd., gevat in een hoefijzerboogvormige versiering.

Op nr. 39, op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de eerste twee verdiepingen onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog., op de tweede verdieping met moneelStenen vensterstijl. en dubbele timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd.. Toegangstravee oorspronkelijk bekroond door een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met twee topstukken.

Bronnen

Archieven
SAB/OW Laken 5945 (1906); 37:
 52422 (1927), 93241 (1985); 39: 39838 (1929).