






















Voormalige Lagere Gemeenteschool school nr. 3 voor jongens en oude gemeentelijke kleuterschool
Ropsy Chaudronstraat 7
Bergense Steenweg 145
Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Georges HANSOTTE – 1884
Ernest S' JONGHERS – architect – 1887-1888
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Geschiedenis
In 1882 verwierf de gemeente een terrein van meer dan 60 are op de hoek van de Bergensesteenweg met het oog op de bouw van een nieuwe jongensschool. Het plan dat Hansotte in 1884 opstelde, werd in januari 1886 door de Bestendige Deputatie aangenomen, en in augustus van datzelfde jaar werd de bouw van de kleuterschool goedgekeurd. Het was toen dat gemeentearchitect S’Jongers de bouw van de lagere school overnam.
De school werd in 24.09.1888 ingehuldigd en lag in de verlenging, toen nog in aanbouw, van de Duitslandstraat, een straatdeel dat na de Eerste Wereldoorlog tot Ropsy Chaudronstraat werd omgedoopt. Met uitzondering van de twee bijgebouwen vooraan moest de instelling schuin t.o.v. de rooilijn van de straat worden ingeplant, want ze werd begrensd door de bochtige loop van de Kleine Zenne die nog niet in noordwestelijke richting was rechtgetrokken. Na het rechttrekken van de rivier in 1889 werd op het vrijgekomen terrein aan de linkerkant een speelplaats aangelegd waarop na 1970 een paviljoen met klaslokalen verrees. Na 1945 huisvestte de instelling de middelbare school Joseph Bracops, het latere Atheneum van Anderlecht, die al snel werd aangevuld met de Nederlandstalige afdeling van het Technisch Instituut Marius Renard. In 1996 moest de school echter haar deuren sluiten bij gebrek aan leerlingen. Nadat het gebouw door de gemeente was overgekocht, vestigden er zich diverse verenigingen, onder de naam Curo-Hall; nadien werd dit het Huis van de Sociale Samenhang van Anderlecht. In 2017 vestigde er zich een nieuwe school, de Nederlandstalige lagere gemeenteschool Kameleon.
Het goedgekeurde ontwerp voor de kleuterschool behelsde acht klaslokalen, een overdekte speelplaats, latrines en urinoirs, een conciërgewoning en een kabinet voor de directrice. In de jaren 1920 werd de instelling een Centrale School van de vierde graad voor jongens. Het gebouw wordt thans ingenomen door de ateliers van vrijetijdscentrum Beeldenstorm.
Beschrijving
Ropsy Chaudronstraat 7
Buitenkant
Complex in baksteen en hardsteen, grotendeels gewit in de jaren 1960, bestaande uit een groot volume met klaslokalen van twee bouwlagen rond een overdekte speelplaats met omlopende galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden.. Dit rechthoekige volume is rechts ingewerkt in de bijgebouwen van de gebouwen aan de Bergensesteenweg. Het grote, met zink bedekte zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. wordt aan de kant van de klaslokalen doorsneden door halve schilden vooraan en achteraan, en boven de speelplaats wordt het bekroond door een overlangs daklicht met beglaasde zijden.
Aan de straat ligt dit volume achter een met traliewerk afgeboorde binnenplaats en, in de as van de klaslokalen, een conciërgewoning links en een gebouw met kantoren rechts, allebei met twee minder hoge bouwlagen, onder een dak met een leien onderschild en een bovenschild. Rechts ligt een kleine binnenplaats achter een omheiningsmuur met twee deuren. Achteraan wordt het volume over de hele breedte geflankeerd door een turnzaal onder zinken schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. die bereikbaar is via een klein schuin ingeplant bijgebouw.
De opstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. aan straatzijde zijn het best uitgewerkt. De gelede onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., een entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. tussen de twee bouwlagen waarin de onderdorpels zijn ingewerkt en de omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. van de ingang en die van de twee zijvensters zijn allemaal in hardsteen uitgevoerd, terwijl witsteen is gebruikt om alle omlijstingen van de muuropeningen, een-op-twee met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen)., te versieren en te verbinden tot een compact geheel van horizontale kettingen. De drie muuropeningen van de verdieping van de overdekte speelplaats hebben een volledig stenen omlijsting met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., de centrale op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. De conciërgewoning en het volume met kantoren ertegenover hebben elk twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. aan straatzijde. Het huis – een dubbelhuisGebouw waarvan de kamers geordend zijn langs beide zijden van de centrale toegangsas. met een binnenplaatsje achterin – heeft drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de kant van de binnenplaats, de middentravee risaliterendRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.; de ertegenover liggende kantoren hebben slechts één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., met hetzelfde risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. De twee zijpanelen van het hek van de binnenplaats vooraan, dat in bewerkt smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… is uitgevoerd, zijn in een hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. verankerd. Het hek heeft twee openslaande vleugels en wordt verstevigd door vier gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. colonnettenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. bekroond door een bol met scherpe punten.
De overige opstandenBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van het complex hebben enkelvoudige getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. muuropeningen. Er zijn veertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voor de zes klassen aan de linkerkant en de overeenkomstige centrale ruimten voor de toiletten, een reeks van acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voor de klassen en lokalen rechts, onderbroken door de inbouw van de aanpalende eigendommen; de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. aan de linkerkant, die vanaf de straat zichtbaar zijn, zijn met witsteen versierd. Achteraan, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. voor de verlichting van de overdekte speelplaats, en twee kleinere venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. voor de twee aangrenzende klassen op de verdieping. De kelders van het linkervolume, die in 1947 als fietsenstalling werden ingericht, hebben talrijke kelderramen en zijn toegankelijk via een inrit aan de buitenkant. In de smalle zijden van de turnzaal bevinden zich een centrale deur en twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
De houten kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). van het geheel zijn, enkel aan straatzijde, onderdeel van een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. in witsteen en een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). in baksteen; op de twee bijgebouwen worden de friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). verlevendigd door panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. uitgevoerd in dezelfde steen, en de kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandfriezenStenen tandlijst bestaande uit om de andere uitstekende steenkoppen onder een overstekende strekse laag.. Bijna al het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is vervangen, maar van de ingang van de overdekte speelplaats en die van de conciërgewoning is het rijk geprofileerde schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard.
De omheiningsmuur van het rechter binnenplaatsje aan straatzijde is kennelijk in het midden van de vorige eeuw volledig herbouwd in metselwerk verlevendigd met kettingen in witsteen, met een centrale portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met een hardstenen omlijsting en hoog hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Deze kettingen worden thans onderbroken door twee lichtjes inspringende toegangsdeuren onder impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak..
Interieur
De wit bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels van de overdekte speelplaats zijn rijk geprofileerd. De lange zijden worden in de twee bouwlagen geritmeerd door lichtjes uitspringende pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. die, op de verdieping, een uitkragende friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). doorbreken. Ze flankeren veertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met deuren en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; de zes centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de rechtergevel, die met de al vermelde inbouw van de aanpalende eigendommen overeenstemmen, zijn onecht. Alle muuropeningen worden omrand door een doorlopende archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. De traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) worden bovenaan versierd door rijen spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. belijnd door een fijn entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. De topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt., met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), hebben een bijpassend decor.
De galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden., met gewelfbogen op liggers, wordt aan de lange zijden gedragen door twaalf metalen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op stenen kraagstenen, versierd met een cirkel; de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. is van smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… gemaakt. Boven de ingang van de overdekte speelplaats wordt de galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. ondersteund door twee gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. kolommenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. met knopkapiteel.
Ertegenover ontplooit zich een monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. stenen wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met vijf rechte trapdelen, het eerste trapdeel centraal, met een opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. leuning verstevigd door zware pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Onder de laatste trapdelen bevinden zich de toegangen tot de turnzaal.
In de overdekte speelplaats zijn de gele tegels, de lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard gebleven. Het volledig metalen zichtbare gebinte is van het Polonceautype. Het glazen dak met ijzeren roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. wordt geritmeerd door getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met metalen colonnettenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd..
Een tweede trap, in dezelfde stijl als de eerste, neemt in de voorste hoek van het gebouw een ruimte ter grootte van een klaslokaal in; rond een rechthoekig trapgatHet vrije, open gedeelte in een trappenhuis. geven de drie rechte trapdelen toegang tot het kleine volume met kantoren aan de straat en tot de galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden..
De klassen en andere lokalen zijn op dezelfde manier betegeld als de overdekte speelplaats en hebben allemaal plafonds met gewelfbogen op metalen balken.
Ook de turnzaal wordt overspannen door een Polonceauspant.
Bergensesteenweg 145
Buitenzijde
De instelling bestaat uit twee evenwijdige gelijkvloerse volumes onder een pannen zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., oorspronkelijk elk met vier klaslokalen. Gevels in baksteen en hardsteen. De symmetrische volumes met klaslokalen, haaks op de steenweg, worden in U-vorm verbonden door een lage vleugel aan straatzijde, onder platform, met de conciërgewoning en een cabinet voor de directrice. Op die aldus gevormde speelplaats zijn bomen geplant.
Aan straatzijde hebben de klaslokalen een trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. versierd met ankers(Smeedijzeren) bouwonderdeel waarmee de uiteinden van een balk in een muur worden bevestigd; soms ook louter decoratief. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en een grote blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op aanzetstenenGeprofileerd of versierd blok (natuur)steen waarop een boog of een strek steunt. en een sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. in steen. Deze arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. omsluit twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met dezelfde structuur, verbonden door een moneelStenen vensterstijl. in hetzelfde materiaal. De muuropeningen van de linker trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. zijn door drie kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. vervangen. De lage vleugel in het midden heeft een centrale deur onder een boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. die analoog is aan de vorige, met een rechthoekige bekroning waarop de functie van het gebouw wordt aangegeven. De zijmuren worden verlevendigd door een groot paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van latere datum, onder lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Aan de kant van de binnenplaats zijn de twee volumes voorzien van gangdeuren en uitspringende getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die door een getandeLijst met kleine repetitieve kubusvormige elementen (tanden); guttae hebben de vorm van een afgeknotte kegel en bevinden zich eerder onder aan een console of triglief. friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). worden verbonden. De meeste muuropeningen zijn gedicht of gewijzigd, onder meer door de invoeging van een gemetselde tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt., wellicht met het oog op de herinrichting van de binnenruimte. Ook de achterzijde van de toegangsvleugel is bijgewerkt, maar hij heeft nog altijd een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat analoog is aan de voorgaande, vergezeld van dezelfde friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…).. De daken worden afgeboord door een houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met lambrekijn. Het geheel is gekalkt. Het meeste raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is oud.
Bronnen
Archieven
GAA/Propriétés communales [Gemeentelijke eigendommen].
SAB/OW 105525 (1889).
ARA, T148, Provinciebestuur van Brabant, Plannen van de Technische Dienst der Gebouwen, inv. nr. 1506 (1904), 2743 (1895), 2744 (1903), 2785 (1903), 4727-4733 (1885-1888).
Publicaties en studies
Anderlecht, ses écoles, ses institutions complémentaires de l’école, ses oeuvres protectrices de l’enfance, Impr. J. De Vroegh, Anderlecht, 1922, p. 10.
Tijdschriften
Almanachs du Commerce et de l’Industrie, “Mons (chaussée de)”, 1889, 1890.
DE CORTE, G., “Curo-Hall, passé, présent, avenir”, Anderlechtensia, december 2011, pp. 20-31.