Typologie(ën)

appartementsgebouw
winkel
loods

Ontwerper(s)

Félix VAN MEIRarchitect1922

J. VAN CAMParchitect1925

Stijlen

Eclectisme
Art deco

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2019

id

Urban : 39717
lees meer

Beschrijving

Twee gebouwen opgetrokken i.o.v. een koelbedrijf: links, gebouw gebruikt als magazijn en woningen, in 1922 ontworpen in eclectische stijl door architect Félix Van Meir; rechts, koelhuis in art-decostijl, in 1925 ontworpen door architect J. Van Camp.

De gebouwen werden opgetrokken op een perceel dat schuin naar links liep tot aan de Passerstraat (nr. 46-52), waar de meeste bouwwerken, waaronder een pakruimte, rond 2017 werden gesloopt. In 2012 werd de opslagplaats verbouwd tot woonruimten.

Op nr. 27-29, breed gebouw van vijf bouwlagen, de laatste vóór 1930 toegevoegd ter vervanging van een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., met hergebruik van de stenen van de derde verdieping. Symmetrische gevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Benedenverdieping thans beschilderd, volgens oorspronkelijk ontwerp in hardsteen. Verdiepingen in baksteen versierd met witsteen. Metalen gebinte.
Op de benedenverdieping, vijf arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met doorlopende  archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog. en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met onregelmatig uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… hoeken: winkelpui links, met deur geflankeerd door etalages; private deur en inrijpoort rechts. Op de verdiepingen, centrale travee in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Aan de zijkanten, glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. in de eerste drie bouwlagen, met balkon of Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met smeedijzeren borstwering met art-decomotief. In de laatste bouwlaag, korfbogenBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. onder doorlopende archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met bakstenen zaagtandfriezen.
Schrijnwerk vervangen.
Binnen, oorspronkelijk, magazijn links, vestibule uitgevend op een centraal vierkant trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Inrijpoort naar een kantoor op de achtergevel. Twee appartementen per verdieping.

Achteraan, achter een binnenplaats, bevond zich vroeger een lang dwarsgelegen gebouw dat dienstdeed als koelruimte in de kelderverdieping, als werkplaats op de benedenverdieping en als magazijn op de verdieping.

Op nr. 25a-25b, breed en lang gebouw van zes bouwlagen en bestaande uit drie tegen elkaar gebouwde volumes met eenzelfde diepte, onder een zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met metalen gebinte, het voorste volume met mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., de twee overige met daklicht. Bij de verbouwing tot woningen werd het centrale volume verwijderd, behalve zijn rechteruiteinde, en vervangen door een binnenplaats en terrassen aan de gevels van de volumes voor- en achteraan. Het dak van het overblijvende gedeelte van het centrale volume en het daklicht van het achterste volume zijn gewijzigd.
Aan straatzijde, symmetrische opstand van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale breder. Bakstenen gevel versierd met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. bepleistering en met witsteen. Laatste bouwlaag behandeld als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. en bijna volledig bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen..
Op de benedenverdieping, oorspronkelijk, drie spitsboog- of trapeziumvormige arcades en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. bekleed met faiencetegels. De inrijpoorten werden vroeger door een rolluik afgesloten. Op de verdiepingen, per twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., oorspronkelijk allemaal blindZonder opening; blind venster, schijnopening.. Op de eerste vier verdiepingen, traveeën geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met bakstenen zaagtandfriezen, de centrale opgedeeld door een pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met versierde bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Opstaande bakstenen op de borstweringen. Dak oorspronkelijk met onderschild met zgn. Engelse pannen (tuiles anglaises) en bovenschild van Eternit, thans voorzien van dakramen. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.
Blinde topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. rechts en vooraan links, die achteraan links thans met drie traveeën met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..

Interieur.
Oorspronkelijk, centrale circulatieruimte: kleine wenteltrap en elevator links, twee goederenliften rechts. Vooraan in de kelderverdieping, machinezaal rechts, ruimte voor goederenbehandeling links, verbonden met een tunnel onder de straat die naar het slachthuis leidde. Twee depots achteraan. Benedenverdieping ingenomen door een brede koetsdoorgang die, in de hoek achteraan, leidt naar het perceel aan de kant van de Passerstraat. De doorgang wordt symmetrisch afgeboord door een toonzaal met afgeronde hoek gevolgd door twee kantoorruimten onderbroken door de circulatieruimte. Vier opslagplaatsen op de eerste verdieping.


Bronnen

Archieven
GAA/DS 16855 (1922-1925); 25a-25b: 45146 (31.07.1978).

Publicaties en studies
CULOT, M. [red.], Anderlecht 1. In
ventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 81.