Scholencentrum Sacré-Coeur de Lindthout
Tweelindenlaan 2a, 2b, 2-4-6-8
Henri Dietrichlaan 10-20
Albert-Elisabethlaan 1-3
Brand Whitlocklaan 55
Typologie(ën)
school
conservatorium/kunstacademie
kerk/kathedraal/basiliek
kasteel
orgel
historische lift
conservatorium/kunstacademie
kerk/kathedraal/basiliek
kasteel
orgel
historische lift
Ontwerper(s)
Julien WALCKIERS – architect – 1904-1919
Florimond VANDEPOELE – architect – 1867-1869
August LAUKUFF – orgelbouwer
DE LIL – orgelbouwer – 1920
Maurice DELMOTTE – orgelbouwer – 1955
Etienne DEBAISIEUX – orgelbouwer – 2002
Stijlen
Neogotiek
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Inventaris van de orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (DMS-DML - 2000)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Lambrechts-Woluwe (Apeb - 2010-2012)
- Kerkkappen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1830-1940 (Urban - 2019)
- Inventaris van de historische liften (Homegrade - DPC)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2010-2012
id
Urban : 21114
Beschrijving
Scholencomplex dat het blok inneemt gevormd door de Henri Dietrichlaan, de Stafhouder Braffortstraat, de Twee Lindenlaan en de Albert-Elisabethlaan, alsook de Brand Whitlocklaan. Het omvat een kleuter- en een basisafdeling, een secundaire afdeling en de Academie van Sint-Lambrechts-Woluwe. De site bestaat uit talrijke gebouwen uit verschillende periodes, waarvan de meeste in de loop der jaren zijn gewijzigd, allemaal gelegen rond een park.
Het eerste gebouw werd opgetrokken van 1867 tot 1869. Het ging om een kasteel in neogotische stijl n.o.v. architect Florimond Vandepoele i.o.v. de katholieke Brusselse advocaat Auguste Beckers. Het gebouw lag toen op een langwerpig eigendom dat zich uitstrekte van de toekomstige Stafhouder Braffortstraat tot de toekomstige Brand Whitlocklaan. In 1889 werd het domein gekocht door de Franse burggraaf René de Maupeou. In 1898 werd de site eigendom van de bankier Charles-Henri Dietrich, die verscheidene verbouwingen aan de binnen- en buitenkant verrichtte. De eerste werden uitgevoerd door schilder-decorateur Jean Van Holder, de laatste door architect Edmond De Vigne Tegelijkertijd verfraaide landschapsarchitect Louis-Léopold Van der Swaelmen het park, dat zijn definitieve oppervlakte kreeg: het werd nu in het westen begrensd door de toekomstige Twee Lindenlaan, en naar het noorden en het zuiden uitgebreid tot langs de huidige Albert-Elisabethlaan en Henri Dietrichlaan.
In 1903 verkocht Dietrich zijn eigendom aan de Dames du Sacré-Coeur de Lille. Zij vestigden zich in 1904 met hun Franse kostschoolleerlingen in het kasteel. In datzelfde jaar kregen de geestelijken toestemming om hun pensionaat op de site te bouwen. Een eerste L-vormig gebouw, n.o.v. architect Julien Walckiers in neogotische stijl, werd toen net ten zuiden van het kasteel in de steigers gezet. Het werd Castel gedoopt. Na de Eerste Wereldoorlog volgde de bouw, langs de Twee Lindenlaan, van twee volumes voor de lagere afdeling ook van de hand van Walckiers. Laatstgenoemde zal vanaf 1913 een neogotische kerk ontwerpen. De bouw nam een aanvang in 1914 en werd als gevolgd van de oorlog pas in 1919 voltooid.
De kapel van dit instituut beschikt over twee orgels: een neogotisch galerijorgel vervaardigd door de Duitse orgelbouwer August Laukhuff, ingevoerd en gemonteerd door De Lil in 1920, en een modern koororgel vervaardigd door orgelbouwer Maurice Delmotte uit 1955. De tribune kon worden bereikt met een neogotische lift, van de merk Abel Pifre.
Verschillende gebouwen zullen de scholencampus verrijken tijdens het interbellum en de jaren 1950 en 1960 met ontwerpen van de architecten Paul en Stéphane Dhaeyer en architect Alberto Vanderauwera. In 2000 werd het Castel, dat de zusters sinds 1998 verlaten hadden, gekocht door de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe, die er haar academie vestigde dat beschikt over een modern studieorgel vervaardigd door orgelbouwer Etienne Debaisieux uit 2002. In 2001-2002 werden de geprefabriceerde kleuterklassen vervangen door een nieuw gebouw.
Het eerste gebouw werd opgetrokken van 1867 tot 1869. Het ging om een kasteel in neogotische stijl n.o.v. architect Florimond Vandepoele i.o.v. de katholieke Brusselse advocaat Auguste Beckers. Het gebouw lag toen op een langwerpig eigendom dat zich uitstrekte van de toekomstige Stafhouder Braffortstraat tot de toekomstige Brand Whitlocklaan. In 1889 werd het domein gekocht door de Franse burggraaf René de Maupeou. In 1898 werd de site eigendom van de bankier Charles-Henri Dietrich, die verscheidene verbouwingen aan de binnen- en buitenkant verrichtte. De eerste werden uitgevoerd door schilder-decorateur Jean Van Holder, de laatste door architect Edmond De Vigne Tegelijkertijd verfraaide landschapsarchitect Louis-Léopold Van der Swaelmen het park, dat zijn definitieve oppervlakte kreeg: het werd nu in het westen begrensd door de toekomstige Twee Lindenlaan, en naar het noorden en het zuiden uitgebreid tot langs de huidige Albert-Elisabethlaan en Henri Dietrichlaan.
In 1903 verkocht Dietrich zijn eigendom aan de Dames du Sacré-Coeur de Lille. Zij vestigden zich in 1904 met hun Franse kostschoolleerlingen in het kasteel. In datzelfde jaar kregen de geestelijken toestemming om hun pensionaat op de site te bouwen. Een eerste L-vormig gebouw, n.o.v. architect Julien Walckiers in neogotische stijl, werd toen net ten zuiden van het kasteel in de steigers gezet. Het werd Castel gedoopt. Na de Eerste Wereldoorlog volgde de bouw, langs de Twee Lindenlaan, van twee volumes voor de lagere afdeling ook van de hand van Walckiers. Laatstgenoemde zal vanaf 1913 een neogotische kerk ontwerpen. De bouw nam een aanvang in 1914 en werd als gevolgd van de oorlog pas in 1919 voltooid.
De kapel van dit instituut beschikt over twee orgels: een neogotisch galerijorgel vervaardigd door de Duitse orgelbouwer August Laukhuff, ingevoerd en gemonteerd door De Lil in 1920, en een modern koororgel vervaardigd door orgelbouwer Maurice Delmotte uit 1955. De tribune kon worden bereikt met een neogotische lift, van de merk Abel Pifre.
Verschillende gebouwen zullen de scholencampus verrijken tijdens het interbellum en de jaren 1950 en 1960 met ontwerpen van de architecten Paul en Stéphane Dhaeyer en architect Alberto Vanderauwera. In 2000 werd het Castel, dat de zusters sinds 1998 verlaten hadden, gekocht door de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe, die er haar academie vestigde dat beschikt over een modern studieorgel vervaardigd door orgelbouwer Etienne Debaisieux uit 2002. In 2001-2002 werden de geprefabriceerde kleuterklassen vervangen door een nieuw gebouw.
Bronnen
Files
Scholencentrum Sacré-Coeur de Lindthout (PDF - )
Geschiedenis en beschrijving
Opmerkelijke bomen in de nabijheid