Typologie(ën)

fabriek
school

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1870-1909

François VAN MEULECOMarchitect1951

J. VAN DER LINDEN1959-1960

Émile VERHAEGENarchitect, architectenbureau1981-1982

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016, 2019

id

Urban : 36286
lees meer

Beschrijving

Voormalig industrieel complex, gebruikt als drukkerij en dan als ververij, bestaande uit gebouwen die tot eind jaren 1870 en het jaar 1909 teruggaan, verbouwd in de loop van de 20e eeuw en dan in 1982 heringericht voor de middelbare school Institut de la Providence.

Geschiedenis

Op oude kaarten en in de Almanach du Commerce wordt op deze plaats een ververij vermeld die minstens sinds midden 19e eeuw en tot omstreeks 1909 door de familie Steenberghe en dan Masson-Steenberghe werd geëxploiteerd. Een groot gebouw in neoclassicistische stijl dat in 1875 aan straatzijde werd ontworpen voor de heer Steenberghe, werd in 1901 herbestemd tot zes huizen, de huidige nr. 15 tot 25.

In 1909 werd het geheel – dat sinds 1879 ten minste een grote werkplaats met twee bouwlagen omvatte, inspringend en evenwijdig t.o.v. de straat – kennelijk zónder de huizen overgenomen door de Brusselse drukker J.-E. Goossens, die het complex volledig verbouwde. Hij bewaarde enkel een losstaande schoorsteen aan de rechterkant en de grote werkplaats bestemd voor de zetterij. Het geheel omvatte toen een grote steendrukkerij onder sheddak langs de Coupure van de Kleine Zenne en diverse gebouwen in U-vorm in het verlengde ervan (machines, stookketels, schrijnwerkerij, stalling, enz.). Een volume met de ingang en kantoren werd aan de straatkant grotendeels heropgebouwd, links van de zes al vermelde huizen.

In 1925 bouwde het bedrijf aan straatzijde een uitbreiding van de steendrukkerij, eveneens onder sheddak, ten koste van een binnenplaats en een loods. In 1951 werden de gebouwen in U-vorm vervangen door een uitgebreid modernistisch complex dat door architect François Van Meulecom werd ontworpen en bestemd was voor een papiermagazijn, een afwerkingsatelier, een refter en een garage. In 1959-1960 werd het volume met de ingang en kantoren grondig verbouwd volgens de plannen van architect J. Van Der Linden.

Het complex, dat vóór 1976 buiten gebruik werd gesteld, werd herbestemd tot een vrije beroepsschool, het Institut de la Providence, naar een ontwerp van ingenieur-architect E.Verhaegen uit 1981-1982. De werkplaatsen onder sheddak werden gesloopt; de werkplaats aan de kant van de Zenne werd door een grote turnzaal en een binnenplaats vervangen en de rest werd volledig aan de noden van de school aangepast. In 1996 werd het tweede vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van het volume met de ingang en kantoren tot deur verbouwd en werd traliewerk geplaatst op de benedenverdieping, terwijl in de omheiningsmuur, net links van het volume, een getraliede ingang werd aangebracht (Atelier d’Architecture Sessions Edifications).

Beschrijving

Evenwijdig aan de straat, hoofdgebouw met twee bouwlagen, volledig in baksteen (thans gewit) onder een zoldering met verhoogde dakkap onder een pannen zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met halve schilden; de lange gevels worden geritmeerd door tien traveeën tussen platte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en met brede getoogde muuropeningen, die van de zoldering laag en dichtgemaakt en vervangen door dakramen. De topgevels bevatten enkele muuropeningen met dezelfde vorm, sommige dichtgemaakt of verbouwd onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Sinds de herbestemming tot school in 1982 bevindt zich een betonnen noodtrap in de linkerhoek vooraan, terwijl de binnenkant grotendeels is gecompartimenteerd en versterkt. Oorspronkelijk bevond zich in het midden van elke bouwlaag een rij fijne gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen met kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen., schrijlings geplaatst over dubbele metalen balken, waarop een vloer met gewelfbogen en balkjes rustte; in het laatste derde van de schachtenDe ruimte waarin de liftkooi en/of het tegengewicht bewegen, begrensd door de wanden, het plafond en de bodem van de put. De schacht kan gesloten of gedeeltelijk open zijn.  maakte een systeem van pennen het mogelijk er een entresolvloer aan vast te klinken. In de rechter achterhoek van het gebouw is het oude trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. vernieuwd in beton. Het oorspronkelijke gebinte, volledig in hout, is bewaard gebleven.

Aan de straat is het volledig bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gebouw met de ingang en kantoren, dat tot de ingrijpende wijzigingen uit 1925 teruggaat en in 1951 werd vergroot, in twee volumes opgedeeld: en smal en hogere rechtervolume met een inrijpoort en een verdieping onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., rustend op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. aan de straatkant en met muuropeningen onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., en het linkervolume, onder plat dak, met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met brede rechthoekige muuropeningen en de ingang op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op de linkergevel en de achtergevel, muuropeningen met dezelfde vorm maar met andere afmetingen; de hoogste muuropening achteraan verlicht het trappenhuis.
Het geheel van opstanden aan straatzijde, aangevuld met een hoge omheiningsmuur links, heeft een afgeschuinde onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met daarboven een spel van platte pilasters, panelen en insprongen dat in 1928 werd uitgewerkt en in 1959 en 1982 werd hernomen.

Achteraan, langs het nieuwe Dauwpark, turnzaal met een structuur van gelamelleerd hout die door zes dwarse daklichten in het zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. wordt verlicht. De modernistische structuren in gewapend beton uit 1951 zijn grotendeels bewaard gebleven: ze hebben een of twee breed verlichte bouwlagen, met enkele inspringende delen en onder platforms.


Bronnen

Archieven
GAA/DS 15 tot 25: 1024 (08.07.1875), 8481 (23.04.1901); 2729: 12312 (24.09.1909), 12392 (30.11.1909), 18542 (10.06.1925), 28880 (02.03.1937), 34464bis (20.04.1950), 34969 (28.08.1951), 39914 (27.11.1959), 45735 (23.03.1982), 47939 (07.05.1996). 

Publicaties en studies
Cinquantenaire de l’Imprimerie J.-E. Goossens. 1874-1924, Brussel, [1924]. 
CULOT, M. [red.], Anderlecht 1. In
ventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 38. 
DEDOBBELEER, A., HOUDÉ, Ch., Art Deco & Modernisme in Anderlecht. 6architectuurwandelingen, Uitgave van de gemeente, 2018, p. 14. 

Tijdschriften
Almanachs du Commerce et de l’Industrie, “Haberman (rue)”, 1859-1860, 1873, 1890, 1909. 

Kaarten / plannen
HUVENNE, J., Carte topographique et hypsométrique de Bruxelles et ses environs, ca.1858. 
ROSSCHAERT, J., Projet d’un nouveau quartier à Cureghem avec bassin pour bains publics, 01.05.1877. 
VANDERSTRAETEN, Th., Carte topographique et hydrographique du territoire de l’agglomération bruxelloise – Services des Eaux, 1879 (SAB/PP 671). 
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1881.