Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1900
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016, 2019
id
Urban : 37087
Beschrijving
Burgerwoning
met neoclassicistische inslag, wellicht omstreeks 1900 ontworpen en naar
identiek model verdubbeld in een tweede fase.
Twee gevels van drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in twee soorten witsteen, met hardstenen elementen. Doorlopend mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met een leien onderschild. Toegangsdeur met kroonlijst vormende dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op.. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. op latere datum opengewerkt met een inrijpoort uiterst rechts, onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Muuropeningen op de verdieping met diamantkopsleutel. Op de linkergevel, centraal balkon met stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. onder eikelvormig topstuk (aan de linkerkant verdwenen) en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. traliewerk, voor een traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken, pilasters en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., geflankeerd door oeils-de-boeuf. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen, behalve de toegangsdeur.
Achterliggende werkplaats uit 1958 (n.o.v. architect Jacques Van Camp).
Twee gevels van drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in twee soorten witsteen, met hardstenen elementen. Doorlopend mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met een leien onderschild. Toegangsdeur met kroonlijst vormende dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op.. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. op latere datum opengewerkt met een inrijpoort uiterst rechts, onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Muuropeningen op de verdieping met diamantkopsleutel. Op de linkergevel, centraal balkon met stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. onder eikelvormig topstuk (aan de linkerkant verdwenen) en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. traliewerk, voor een traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken, pilasters en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., geflankeerd door oeils-de-boeuf. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen, behalve de toegangsdeur.
Achterliggende werkplaats uit 1958 (n.o.v. architect Jacques Van Camp).
Bronnen
Archieven
GAA/DS 39178 (17.02.1959), 39329 (07.04.1959).
