Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Jean LÈBEarchitect1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 13762
lees meer

Beschrijving

Huis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. n.o.v. arch. Jean LEBÉ, 1911.

Drie bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en drie identieke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Lijstgevel in simili-natuursteen op arduinen plint, oorspronkelijk met twee steekbogige getraliede souterrainvensters, sinds 1955 met garagepoort. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in eerste twee bouwlagen, rondbogig op laatste verdieping; muuropeningen ingeschreven in rechthoekige doorlopende  nissen. In eerste twee bouwlagen deurvensters met ijzeren leuning. Deur met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., bovenvenster en bekronende muuropening boven gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Decoratie in Lodewijk XVI-stijl zoals friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met vlechtwerkDecoratieve stilering van gevlochten werk, in het bijzonder van banden, koorden,… boven muuropeningen van benedenverdieping, cartouchesOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met bladwerk op de eerste verdieping of palmmotieven in de zwikkenHoekstuk tussen een boog en de omlijsting waarin de boog gevat is. van de muuropeningen op de laatste verdieping. Geriemde architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met vier steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst en modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..

 


Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 3318 (1911),
Inschr. Reg. 1759 (1955).