Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Adolphe PIRENNEarchitect1923

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 36829
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in late eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met invloed van de Vlaamse renaissance, n.o.v. architect Adolphe Pirenne, 1923.

Vormt het einde van een bijzonder homogene huizenrij, vanaf nr. 62.

OpstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van drie bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), centraal bekroond door een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. voorzien van een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met stenen moneelStenen vensterstijl..
Bakstenen gevel met witstenen elementen. Rondbogige en rechthoekige muuropeningen, omlijsting met hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel.. Op de benedenverdieping van de rechtertravee, toegang (deur geflankeerd door een smal venster); op de eerste verdieping, imposante trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Schrijnwerk bewaard.

Achteruitbouwstrook vroeger gedeeltelijk aangelegd als tuintje en afgesloten door ijzeren traliewerk op hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel..


Bronnen

Archieven
GAV/DS 7730 (1923).