Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neogotiek
Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 36823
lees meer

Beschrijving

Opmerkelijk burgerhuis in eclectische stijl met neogotische invloed, 1910.

Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij, van nr. 62 tot nr. 82.

Opstand van drie bouwlagen en twee brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), rechts bekroond door een puntgevel met pinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje., onder topstuk.
Gevel in oranjekleurige baksteen versierd met elementen in witsteen, op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Rechthoekige, rondbogige of spitsboogvormige muuropeningen met stenen kruiskozijn of zuilvormige moneelStenen vensterstijl.. Op de eerste verdieping van de linkertravee, balkon met neogotische stenen balustradeHekwerk van spijlen of balusters.; op de tweede, opengewerkte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (drielobbige motieven). Op de benedenverdieping van de rechtertravee, toegang gevormd door een centrale toegangsdeur achter een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. en geflankeerd door twee smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Onder het bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap., deur naar de kelderverdieping. Ankers met fleur de lis-motief. Dakkapel onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Schrijnwerk deels bewaard (raamwerk met roedeverdeling). Garage ingericht in de kelderverdieping in 1951.

Achteruitbouwstrook gedeeltelijk aangelegd als tuintje en afgesloten door ijzeren traliewerk op hardstenen sokkel, bewaard.


Bronnen

Archieven
GAV/DS 5132 (1910), 15762 (1951), 25851 (2015).