Typologie(ën)

bank
kantoorgebouw

Ontwerper(s)

Alfred CHAMBONarchitect1930-1934

Paul HANKARarchitect1888-1889

Henri BEYAERTarchitect1888-1889

Henri VAN DIEVOETarchitect1901

Alban CHAMBONarchitect1910-1918

Alfred CHAMBONarchitect1946-1953

Marcel LAMBRICHSarchitect1972-1975

Jacques WYBAUWarchitect1980-1986

A. J. DE DONCKERarchitect1980-1986

Philippe SAMYNingenieur-architect1980-1986

Walter BRESSELEERSarchitect1980-1986

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance
Beaux-Artsstijl
Modernisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33541
lees meer

Beschrijving

Kern van het gebouwencomplex op het bouwblok Wolvengracht/Zilverstraat/Kreupelenstraat/Warmoesberg, in meerdere fasen uitgebouwd vanaf eind het einde van de 19e eeuw tot heden.

Financiële instelling gesticht in 1865, vanuit de in 1850 opgerichte «Algemene Lijfrentekas». Aanvankelijk gevestigd in het «Hotel Marnix» aan de Eikstraat, tot de bouw van een nieuwe zetel in 1872-1874 aan het De Brouckèreplein (zie aldaar nr. 31).

Bouw van een nieuwe hoofdzetel - de huidige zeven rechtertraveeën - met aanpalende
directeurswoning heden gesloopt aan de Wolvengracht, naar ontwerp van architect Henri Beyaert van 1888-1889, met medewerking van architect Paul Hankar inzonderheid voor het smeedwerk, in gebruik genomen in 1893.

Uitbreiding naar ontwerp van architect H. Van Dievoet van 1901, beëindigd in 1904 : vleugel van acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aansluitend op de gelijktijdig aangepaste directeurswoning; vleugel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Kreupelenstraat. Heden op een deurrisaliet na gesloopt.

Uitbreiding naar ontwerp van architect Alban Chambon van 1910-1912, beëindigd in 1918 : vergroting en volledige vernieuwing van Beyaerts lokettenzaal (1910); nieuwe vleugel van in totaal eenendertig traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan Wolvengracht, Zilverstraat en Kreupelenstraat (1912). Heden resteren de zes linkertraveeën in het verlengde van de Beyaertvleugel en de hoekrotonde, voorts gesloopt.

Uitbreiding naar ontwerp van architect Alfred Chambon van 1930, voltooid in 1934. Heden de centrale vleugel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Kreupelenstraat.

Wolvengracht 46-46B-48. Voormalige Hoofdzetel van de Algemene Spaar- en Lijfrentkas. Beyaert-vleugel (foto 1986).

Vervolgens bouw van een nieuw bankcomplex naar ontwerp van architect Alfred Chambon van 1946-1947, ingehuldigd in 1953 (zie nr. 48), na afbraak van de directeurswoning en aanpalende Van Dievoetvleugel. Hoekblok Kreupelenstraat/Warmoesberg naar ontwerp van architecten Marcel Lambrichs, C. Grochowski en D. de Laveleye, van 1972- 1975. Nieuwe vleugel Zilverstraat/Kreupelenstraat naar ontwerp van architecten Jacques Wybauw, A.J. De Doncker, Philippe Samyn en Architektenbureau Walter Bresseleers, van 1980-1986, na afbraak van het binnenblok van de Beyaertvleugel, de Alban Chambon- en Van Dievoetvleugel aan Zilverstraat en Kreupelenstraat.

Complex in dezelfde periode verder uitgebouwd op de bouwblokken Kreupelenstraat/Broekstraat/Koolstraat, onder meer het hoekblok Kreupelenstraat/Broekstraat/Peterseliestraat naar ontwerp van Lambrichs, Grochowski en de Laveleye, van 1969-1973.

Grondige restauratie van het huidige Directiegebouw of «Hotel», naar ontwerp van Guido Jan Bral (Restaurateurs Collectief) in samenwerking met architectenbureau VDHV &
Assoc., in 1990. Reiniging en herstel van buitenparementen, schrijn- en bronswerk, dakbedekking en loden koepeldakDak waarvan de buitenomtrek die van een koepel is.. Opfrissing en hernieuwde stoffering van het interieur in de geest van het oorspronkelijke opzet. Aanvulling van ontbrekende elementen, onder meer het glasraam van de hal door S. Blondeel, naar schetsen van Chambon.

Wolvengracht 46-46B-48. Voormalige Hoofdzetel van de Algemene Spaar- en Lijfrentkas. Alban Chambon-vleugel, hoek Zilverstraat (foto 1980).

Beyaert-vleugel. Oorspronkelijk bankgebouw met dubbelhuisopstand en lagere directeurswoning met eenvoudige enkelhuisopstand, in eclectische stijl met klassieke renaissance-inslag. Een laat werk van Beyaert, oorspronkelijk met een markante lokettenzaal gekenmerkt door een dragend ijzeren skelet onder beglaasde kap. Monumentale lijstgevel van Euvillesteen, met souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., drie bouwlagen, oorspronkelijk zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (leien). Horizontale geleding in twee registers met rechthoekige muuropeningen. Massieve geboste benedenbouw op hoge vlakke sokkel, afgelijnd met een geprofileerde puilijst doorlopend  over de balkons. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met diamantkopsleutel en rijk uitgewerkt gesmeed ijzeren hek, portaal met leeuwenkopsleutel. Bovenbouw met verkleinende ordonnantie, gekenmerkt door de ritmische aaneenschakeling van alternerend vooruitspringende vlakke, en verdiepte bewerkte traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met balkon en dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Op de hoofdverdieping aedicula-vensters met gecanneleerde Ionische zuilen, entablement met guirlande en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met schelp, balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en voluutconsoles. Op de tweede verdieping aansluitend ingesnoerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en entablement. Hoofdgestel met cordon, friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met alternerend vlakke en guirlandepanelen, en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossen en tandlijst. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en bolornament. Borstweringen oorspronkelijk versierd met tweetalige opschriften : «werkzaamheid – matigheid - soberheid - spaarzaamheid», verdwenen bij de uitbreidingswerken.

In het interieur, suite van drie bewaarde directievertrekken met rijke afwerking, gekenmerkt door monumentale marmeren schouwen, lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en casementplafonds, met een vermenging van Lodewijk XVI- en empire-stijlelementen.

Wolvengracht 46-46B-48. Voormalige Hoofdzetel van de Algemene Spaar- en Lijfrentkas. Alfred Chambon-vleugel (foto 1980).

Alban Chambonvleugel. Uitbreiding van het Beyaertgebouw met doorlopende  ordonnantie over zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Aansluitend hoekrotonde (Zilverstraat) van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met pilastermarkering en koepelbekroning, als monumentaal accent voor de Beyaertvleugel, met meer uitgesproken «Beaux-Arts »-inslag. Benedenbouw met lagere sokkel en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., rondbogig hoekportaal met acanthussleutel en perron; afwijkend smeedwerk van vleugeldeur en hekken met korenaren, vrouwenhoofd in stralenkrans en monogram ECR (Caisse Générale d’Epargne et de Retraite). Vlakke bovenbouw, de meer opengewerkte hoektraveeën gemarkeerd door een balkon met doorlopende  balustradeHekwerk van spijlen of balusters., trofeeën met fakkel, laurierkransen en opschriften : «labor» en «pax», en een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met architraaf en trigliefen. Lekdrempels op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., en ijzeren borstweringen op de tweede verdieping. Attiekbalustrade met vazen. KoepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. : ronde trommel met axiaal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. binnen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., vrouwenhoofd, hoofdgestel met stafwerkfries en topstuk met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. waarin bijenmotief; koepeldakDak waarvan de buitenomtrek die van een koepel is. (lood) met zes ribben, oeil-de-boeufs en fraaie meerledig ingesnoerde bekroning met rijk floraal decor. Tot voor kort aansluitende lagere vleugel (Zilverstraat) met gelijkaardige opstand als de latere Alfred Chambonvleugel, door een tweede hoekrotonde met lantaarnkoepel verbonden met de Van Dievoetvleugel (Kreupelenstraat) waarvan nog een resterend deurrisaliet.

Monumentaal interieur, gekenmerkt door een similiparement met verzorgde detailafwerking; integraal bewaard inclusief meubilair en verlichtingsarmaturen. Zoals aan het exterieur werden ook in het interieur het monogram ECR en het oude embleem van de A.S.L.K. de bijenkorf naast typische symbolen subtiel verwerkt. Ronde inkomhal met koepelgewelf, tweede vestibule met bronzen beeldengroep door
R Du Bois (1905); trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met marmeren bordestrap met gesmeed ijzeren leuning; fraaie marmeren mozaïekbevloering. Op de bel-etage, gelambriseerde wachtkamer en raadzaal. Ruime ovale zaal in neo-Lodewijk XVI-stijl, geïnspireerd op de rotonde van het Koninklijk Paleis te Laken : omringd door Corinthische zuilen, waartussen stucreliëfs met emblemen, onder de brede kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; marmeren schouw en polychroom marquetterie-parket. Bewaard meubilair, met name de raadstafel en -zetels, een savonnerie tapijt, kroonluchters van verguld brons en kristal met art nouveau-inslag. Borstbeelden van de opeenvolgende voorzitters van de Raad van Beheer, en van de prinsen Léopold (Antoine Courtens) en Karel (J. de Bremaecker), geschilderde portretten van de prinsen Philippe (L. De Winne) en Albert (J. Laudy).

Alfred Chambon-vleugel (Kreupelenstraat). Opgevat als ruim beglaasde skeletstructuur met «Beaux-Arts»-decor, uitgewerkt in hardsteen. SouterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., twee bouwlagen, attiek en pseudomansarde (koper) met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Opstand geritmeerd door midden- en hoekrisalieten binnen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met guirlandes; belijnd door de sokkel en het hoofdgestel met stafwerkOrnament, bestaande uit een pijp-, riet- of koordvormige vulling van cannelures tot op een derde van hun hoogte., panelen, balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en vazen. Brede drielichtindeling ; ijzeren hekken en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Nr. 48. «Algemene Spaar- en Lijfrentekas», uitbreiding van de hoofdzetel (zie nr. 46). Imposant complex naar ontwerp van architect Alfred Chambon van 1946-1947, ingehuldigd in 1953. Samenstel van U-vormig gebouw en rotonde, in classicerende stijl met sterke zin voor
monumentalisme, en kenmerkend gebruik van natuursteen in combinatie met koper voor de gevels. Vijf tot zeven bouwlagen waaronder attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . Functioneel kantoorgebouw met voor de tijd vooruitstrevende technische installaties en verzorgde buiten- en binnenafwerking. U-vormig gebouw met lagere voorbouwen, aan weerszijden ronde traptorens met gedrukte koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis., achteraan vierkant met opengewerkte spits; «lichthof» met lokettenzaal op de begane grond, afgesloten door een concave blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. wand met aan weerszijden van het portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). doorlopend  basreliëf door beeldhouwer O. Jespers; bovenbouw met verticaliserende geleding door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., boven het entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. doorgetrokken in de attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Markante bronzen vleugeldeur met email-inlegwerk. Rotonde met rondbogenarcade waarin decoratieve bronzen hekken, en horizontaliserende vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters., onderbroken door vlaggenmasten op consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Inwendig opgebouwd uit kantoorplateau’s met omlopende gang, verticaal verbonden door voornoemde trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met respectievelijk wentel- en bordestrap waarvan twee met centrale liftschacht. Goed bewaarde binneninrichting; lokettenzaal met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. in maillechort en glasmozaïek, directievertrekken en ronde vergaderzaal op de eerste verdieping.






Bronnen

Archieven
AVB/TP 2114 (1888-1893), 373 (1901-1904), 5340 (1910), 1860 (1912-1918), 43192 (1930-1934), 61290-61292 (1946-1953). 
A.S.L.K., Hoofdzetel, Archief dienst Gebouwen. 
A.A.M., Fonds Alb. Chambon. 

Publicaties en studies
Gedenkboek 1865-1965 van de Algemene Spaar- en Lijfrentekas van België, Brussel, 1965..

Tijdschriften
NOVGORODSKY, L., "Les nouveaux bureaux de la Caisse Générale d’Épargne et de Retraite de Bruxelles, architecte : Alfred Chambon",  La Technique des Travaux, 1953, nr 9-10, pp. 269-286; nr 11-12, pp. 361-372. 
BRAL G., "Over het ontstaan en de restauratie-renovatie van het ASLK-Directiegebouw te Brussel". M&L, 1991, 1, p. 25-40).