Typologie(ën)
theater/schouwburg
opbrengsthuis
opbrengsthuis
Ontwerper(s)
A. EVRARD – 1910-1911
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33531
Beschrijving
Voormalig
revuetheater «Gaité» opgericht door L. Berryer, gebouwd naar ontwerp van
architect A. Evrard van 1910-1911, ingehuldigd in 1912. Oorspronkelijk
schouwburg met parterre en twee rangen, taverne - de latere cabaret-dancing
«Gaity» - in het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., appartementen op de bovenverdiepingen; vanaf 1984
discotheek, heden leegstaand.
Bepleisterde en beschilderde lijstgevel in «Beaux-Arts»-stijl, met zes bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., de drie linkertraveeën gemarkeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Ruim portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). onder korfboogdrielicht met zuiltjes over de eerste twee bouwlagen : druk guirlandedecor, huisnaam «GAITE, theatre - concert» en bekronend frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met zwaar vrouwenhoofd; rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. ernaast. Hogere verdieping met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. voorzien van ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., schijnvoegen op de eerste verdieping, geriemde vensteromlijstingen, entablementen en ijzeren middenbalkon op de tweede; bovenste verdieping opgevat als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt..
Van de grondig verbouwde schouwburgzaal rest slechts het volume en vermoedelijk het plafond, heden echter bestopt.
Bepleisterde en beschilderde lijstgevel in «Beaux-Arts»-stijl, met zes bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., de drie linkertraveeën gemarkeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Ruim portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). onder korfboogdrielicht met zuiltjes over de eerste twee bouwlagen : druk guirlandedecor, huisnaam «GAITE, theatre - concert» en bekronend frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met zwaar vrouwenhoofd; rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. ernaast. Hogere verdieping met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. voorzien van ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., schijnvoegen op de eerste verdieping, geriemde vensteromlijstingen, entablementen en ijzeren middenbalkon op de tweede; bovenste verdieping opgevat als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt..
Van de grondig verbouwde schouwburgzaal rest slechts het volume en vermoedelijk het plafond, heden echter bestopt.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 2201 (1910-1912).
Publicaties en studies
L’heure bleue, pp. 78, 107-108, 120-121 et 138-139.