Typologie(ën)

bank

Ontwerper(s)

G. MARTINarchitect1923

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30059
lees meer

Beschrijving

Voormalig bankgebouw, opgetrokken door de Banque Belge & Française, in Beaux-Artsstijl, naar ontwerp van architecten G. Martin en G. Dufas van 1923, in de gevel gesigneerd en gedateerd 1924. Karakteristiek hoekgebouw (Parochiaansstraat nr. 1-5), uitgewerkt als rotonde; zes bouwlagen waaronder entresol, verhoogd met een attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  onder afgeknot koepeldakDak waarvan de buitenomtrek die van een koepel is. doorlopend  in een gebogen pseudo-mansarde (leien), en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...)

Gevel met parementGevel- of muurbekleding. van overwegend natuursteen, verwerkt met baksteen, met rijk bewerkt decor; structuur van gewapend beton. Symmetrische dispositie van vier brede gebogen hoektraveeënTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., aan weerszij geflankeerd door één smalle en twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenbouw met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. achter vlakke rechthoekige lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).; opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. middenportaal met dubbele rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. en trap, balkons met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op de entresol. Hoekrotonde op de bovenverdiepingen geritmeerd door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. bakstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel.; eerste verdieping gemarkeerd door een doorlopende  balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en zware postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met monogram bf van de vroegere bank. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op bewerkte borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met guirlandeGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden.  of geometrisch motief, herhaald in de ijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. van de zijtraveeën. Gewelfde gevelbeëindiging door een omlopende guirlandeGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden.  en onder meer gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met bloemenslinger, bekroond door de attiekbalustradeMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.. Attiekvensters met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 31009 (1923).