Typologie(ën)

bank

Ontwerper(s)

Paul SAINTENOYarchitect1911

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30058
lees meer

Beschrijving

Voormalig bankgebouw, opgetrokken door de Caisse Générale de Reports et de Dépots, in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met Frans classicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag, naar ontwerp van architect Paul Saintenoy. Boven de hoofdingang in Romeinse cijfers gedateerd 1911. Imposante, vrijstaande constructie op het driehoekige bouwblok gevormd door de Koloniënstraat, de Kanselarijstraat en de Warandeberg. 

Monumentale gevelopstanden met parementGevel- of muurbekleding. van natuursteen onder leien bedaking, opgebouwd in functie van het profiel van de drie omringende straten. Omvat een benedenbouw, over het algemeen met entresol - bijkomend entresolniveau aan zijde Koloniënstraat/Warandeberg overeenkomstig het sterke terreinverval -, twee bovenverdiepingen en een pseudo-mansarde; in totaal eenenveertig traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verdeeld over de drie gevelzijden. Karakteristieke accentuering van de hoeken door respectievelijk driekwartovale, -ronde, en afgeschuindeSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. partijen met hoger oplopende koepelbekroning, in de beeldassen van de omringende tracé’s. Gevels geritmeerd door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. hoekpilasters met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., bekroond door medaillonsRonde of ovale cartouche. met monogram "cgr&d" van de vroegere bank. Hoge, sokkelvormende benedenbouw in afgevlakte bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).; rondboogopeningen met voluutsleutel en uitstraling in de hoek- en toegangspartijen. Bovenverdiepingen met kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in het verlengde van de geblokte postenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. van de benedenbouw; balkons met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., doorlopend  voor het bijkomende entresolniveau en boven de door zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. geflankeerde portalen1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). aan de Kanselarijstraat. Verticale superpositie van brede rechthoekige vensterpartijen met metalen twee- of drielichtindeling, op bewerkte borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met schijvenEen wiel waarvan de velg een of meer kabels draagt om beweging over te brengen. De aan de lieras bevestigde tractieschijf (of grijpschijf) brengt de kracht van de motor over op de tractiekabels van de liftkooi en het tegengewicht. Het afleidwiel wordt gebruikt om de kabels in lijn met de liftschacht en/of het tegengewicht af te buigen. De keerschijven boven de schacht ondersteunen de tractiekabels wanneer de machinerie beneden is geplaatst.. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en tandlijst. Opeenvolging van dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., verbonden door een bewerkte attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt., en doorlopend  over de hoekpartijen. Markant ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. van vleugeldeuren, venstertralies en een afsluithek aan de Kanselarijstraat. Hoofdgevel aan de Koloniënstraat gemarkeerd door een centrale inkompartij van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met hoekrisalieten, doorgetrokken in de attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . KolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. met kwarthol beloop en drieledige sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. als hoofdingang, geflankeerd door gebosseerde rechthoekige poorten en rondboogvensters; spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. en oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. erboven. Bovenverdiepingen met Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en doorlopend  balkon.
Interieur georganiseerd rond de lokettenhal, opgevat als centrale vide omringd door galerijenOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 9343 (1911).