Typologie(ën)

gelijkvloers met handelszaak
woning

Ontwerper(s)

E. DE VIGNE1876-1877

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 33489
lees meer

Beschrijving

Drie eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. winkel-/woonhuizen met drie bouwlagen + entresol onder pseudo-mansardedaken (leien), ontworpen door architect E. De Vigne; bouwaanvragen van 1876 en 1877 respectievelijk voor eerst genoemde en twee overige panden.

Nr. 11-13. Eigen woning van E. De Vigne. Decoratieve lijstgevel van bak-, natuur- en hardsteen, met voornamelijk neogotischeHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. kenmerken. Gevarieerde muuropeningen: per bouwlaag opeenvolgend aaneenschakeling van drieloblichten, getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. deurvensters met geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. deelzuilZuiltje dat een vensteropening verdeelt ter ondersteuning van een latei of de onderverdelende bogen. en colonnettenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. onder booglijst en mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker., en drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met breder centraal deurvenster. Fraai uitgevoerd ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. voor het markante bel-etagebalkon met afgeronde postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en zware hoek- en kleinere balkonconsoles, voor het smallere balkon erboven en de op geveltekening voorziene dakvorst met florale ornamentenNiet-zelfstandig sierelement om een voorwerp of gebouw op te luisteren.. Voorts belijnende muur- en mozaïekbanden, drielobboogfries op maskerkoppen waartussen verdiepte bloemmotieven, drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. houten dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met windbord. Bewaarde houten pui met uitstalraam tussen linkse privédeur en rechtse winkelingang. Neo-Vlaamse-renaissance getinte interieurinrichting.

Nr. 15-17. Bak- en natuurstenen lijstgevel met eenvoudiger opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur.. In twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door gevelhoge spaarvelden met hoekblokkenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel., waarin verdiepte deurvensters respectievelijk rechthoekige met rozettenentablement en getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. met ijzeren leuningen, tussen colonnettenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd.; trapezoïdaal bel-etagebalkon. Uitgeholde houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). onder dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met windveer. Pui naar zelfde model als nr. 11-13 en entresol met getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. sinds 1960 verbouwd.
Nr. 19-21. Rijk geornamenteerde lijstgevel met neobarokkeNeobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vormentaal teruggrijpt door middel van het gebruik van voluut- en klokgevels, kolossale pilasters, zware decoratie (bossage, zware omlijstingen, enz.). inslag; natuursteen met overvloedig gebruik van hardsteen voor de bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen)., het decoratieve lijstwerk en het brede bel-etagebalkon met opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. GekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rechthoekige deurvensters respectievelijk in diamantkopomlijsting onder
entablement met gegroefde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en geflankeerd door bewerkte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Festoendecor in het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met sterk uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en in het bekronende dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en zware vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster.. Aangepaste begane grond, doch behouden indeling en winkelfunctie.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 10595 (1876), 10607 (1877) en 72409 (1960), 10603 (1877).

Tijdschriften
L’Emulation, 1879, jg. 5, kol. 48, pl. 6, 7, 8, 10.