Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
E. DE VIGNE – 1877
Jean-Baptiste VIFQUAIN – architect – 1824-1828
Stijlen
Neoclassicisme
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33291
Beschrijving
Barricadenplein 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
Aaneenschakeling van acht woningen volgens gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. schema, tussen Zavelput en Omwentelingsstraat. Gevels bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen., met uitzondering van nr. 5- 7; deels behouden roedenverdeling in bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. van deuren.
Aaneenschakeling van acht woningen volgens gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. schema, tussen Zavelput en Omwentelingsstraat. Gevels bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen., met uitzondering van nr. 5- 7; deels behouden roedenverdeling in bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. van deuren.
Nr. 2. Hoekpand met behouden afgewolfde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.; gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuningen.
Vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in de Zavelput (nr. 33) waarvan laatste twee in licht
achteruitspringend gevelvlak; latere garagepoort in laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Nr. 3. Verbreding van het benedenvenster daterend van 1941; bewaarde
afgewolfde dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Nr. 4, 5. Vensterordonnantie door opeenvolgende verbouwingen gewijzigd:
onder meer vensterverbreding in de poorttravee bij nr. 4 in 1891 en bij nr. 5
in 1903 (architect L. van der Goes), in de zijtravee beneden bij nr. 4 in 1908
(architect T. Jasinski) met gelijktijdig axiale aanpassing van de
bovenvensters. Latere mansardebedaking met dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is..
Nr. 6. Gevelbekleding in simili-Franse steen en verbreding van rechter
benedenvenster en bovenvensters in poorttravee, daterend van 1939.
Nr. 7. Eveneens verbreed benedenvenster; brede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. geplaatst in
1923.
Nr. 8. Verbreed benedenvenster in omlijsting met sluitsteen daterend van 1921.
Nr. 9. Hoekpand, sinds aanleg van Omwentelingsstraat (nr. 20, 22; cf. supra):
in 1877 voorzien van geblokte hoekaflijning en op bel-etage aangepast door
wijziging van boven- in deurvenster met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkon. Latere dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Omwentelingsstraat 20
Smal en hoog hoekhuis, langs Noordveststeeg, drie en een halve bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder achteraan afgewolfd zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (nok loodrecht op straat), naar ontwerp van architect E. De Vigne, waarvoor vermoedelijke bouwaanvraag van 1877.
Omwentelingsstraat 20
Smal en hoog hoekhuis, langs Noordveststeeg, drie en een halve bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder achteraan afgewolfd zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (nok loodrecht op straat), naar ontwerp van architect E. De Vigne, waarvoor vermoedelijke bouwaanvraag van 1877.
Eclectische bak- en natuurstenen puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met verwerking van arduin. Breed
entresolvenster met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondbooglichten, tussen driekwartzuilen onder
ijzeren I-balkIJzeren latei met I-profiel. met rozetten; omgetrokken druiplijst fungerend als balkonplaat
voor het bel-etagedeurvenster met ijzeren hek en luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Erboven rechthoekig
venster met overspannende boogConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. en ijzeren leuning. Geveltop verrijkt met
decoratieve natuursteenblokken in zigzagverband; rechthoekig topvenster,
aflijnend klimmend tandfries en bekronende pinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. Oorspronkelijk winkelpui
met korfbogige uitstalramen en middeningang; blijkbaar naderhand gewijzigd (?),
cf. de heden enkel zichtbare gevelbrede sokkel met rechter kelderluik, onder
het rolluik. Haast blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. zijgevel met kunstleien beschieting en venstertravee
ter verlichting van de achterin ingepaste wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt..
Bronnen
Archieven
(Barricadenplein 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9) SAB/OW 55861 (1941). 7062 (1891). 73526 (1903), 2293
(1908). 50012 (1939), 29638 (1923), 26644 (1921), 7057 (1877).
(Omwentelingsstraat 20) SAB/OW 20441 (1877).
Tijdschriften
(Omwentelingsstraat 20) L’Emulation, 1879, 5, pl. 20.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid