Typologie(ën)
kapel
Ontwerper(s)
Leo VAN HEIL – architect – 1655-1661
Simon BRIGODE – architect – 1956-1957
Maxime BRUNFAUT – architect – 1956-1957
Stijlen
Barok
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Archeologisch Meestal gaat het om overblijfselen, fragmentarische elementen of betekenisvolle sporen van oudere gebouwen die in een onroerend goed bewaard zijn gebleven en zodoende getuigenissen zijn bouwkundige activiteiten door de mens. De belangstelling gaat dan meestal uit naar de overblijfselen zelf. De selectie van het onroerend goed (gebouw of fragment) is gemotiveerd als een omhulsel met deze fragmenten, die waardevolle informatie verschaffen over de bouwevolutie en -geschiedenis. (Fragmentarische elementen die in het gebouw bewaard zijn gebleven (bv. constructieve elementen in de kelders van het gebouw in de Boterstraat nr. 40); kelders die waarschijnlijk oudere elementen bevatten (bv. kelders van de abdij van Coudenbergh of de kapel van Nassau).
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31317
Beschrijving
Oorspronkelijk gelegen op
de hoek van de Bergstraat en de vroegere Apenstraat. Eerste kapel opgericht in
1519, met een legaat van Jan van Zuene, ten behoeve van de voerlui die in de
omliggende herbergen verbleven, en nog in hetzelfde jaar ingewijd. Oprichting
door Karel V bekrachtigd in 1521. Vanaf 1527 beheerd door de verversgilde,
later door de bontwerkers, tenslotte door notabele buurtbewoners. Aankoop van
een aanpalend huis in 1623, voor vergroting van de kapel. Eerstesteenlegging
van een nieuwe kapel in 1655, waarschijnlijk voltooid na 1661. Op de westgevel
na zwaar beschadigd tijdens het bombardement van 1695, vervolgens
wederopgebouwd en in 1600 opnieuw ingewijd; sacristie inmiddels toegevoegd in
1696. Gesloten in 1798, hersteld in 1801 en heropend van 1802 tot 1804,
definitief voor de eredienst heropend in 1814. Begin 20e eeuw onteigend voor
aanleg van de noordzuid verbinding, vervolgens tijdelijk in gebruik als
bioscoop. In 1927 op de westgevel en één aansluitende traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) na gesloopt voor
aanleg van de Kardinaal Mercierstraat.
Westgevel in 1956- 1957 gedemonteerd en wederopgebouwd aan de noordzijde van de Magdalenakapel.
Voorheen eenbeukige georiënteerde zaalkerk van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met ronde koorsluiting, overkluisd door middel van een barok kruisgewelf. Voormalige westgevel in barokstijl, te dateren 1655 en volgende. HalsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken. met wijde voluten en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., bekroond door vazen en een topstuk met kruis. ParementGevel- of muurbekleding. van zandsteen. Benedenbouw gemarkeerd door Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. In de centrale partij rondboogpoort met waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en voluutsleutel, tussen verdiepte pilasters met schijfmotief vanaf de imposten, waarop de voluutconsoles van het gebroken frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Via volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. met granaatappel verbonden met een omlijste rondboognis met inschrift “S. ANNAE S.” Stenen Sint-Anna en Mariabeeld en eiken deurmakelaar, kopieën naar originelen, het beeld door Hieronymus II Duquesnoy bewaard in de Sint-Michielskathedraal, de makelaar bewaard in het Stadsmuseum. Aan weerszij soortgelijke nissen met cartouche en schelp. Topgeleding gemarkeerd door composiete pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Breed rondboogvenster in barokke omlijsting met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Entablement en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. waarin cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd..
Gereconstrueerde zijgevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met zandstenen parementGevel- of muurbekleding. en hoge rondboogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Westgevel in 1956- 1957 gedemonteerd en wederopgebouwd aan de noordzijde van de Magdalenakapel.
Voorheen eenbeukige georiënteerde zaalkerk van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met ronde koorsluiting, overkluisd door middel van een barok kruisgewelf. Voormalige westgevel in barokstijl, te dateren 1655 en volgende. HalsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken. met wijde voluten en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., bekroond door vazen en een topstuk met kruis. ParementGevel- of muurbekleding. van zandsteen. Benedenbouw gemarkeerd door Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en een hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. In de centrale partij rondboogpoort met waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en voluutsleutel, tussen verdiepte pilasters met schijfmotief vanaf de imposten, waarop de voluutconsoles van het gebroken frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Via volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. met granaatappel verbonden met een omlijste rondboognis met inschrift “S. ANNAE S.” Stenen Sint-Anna en Mariabeeld en eiken deurmakelaar, kopieën naar originelen, het beeld door Hieronymus II Duquesnoy bewaard in de Sint-Michielskathedraal, de makelaar bewaard in het Stadsmuseum. Aan weerszij soortgelijke nissen met cartouche en schelp. Topgeleding gemarkeerd door composiete pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Breed rondboogvenster in barokke omlijsting met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Entablement en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. waarin cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd..
Gereconstrueerde zijgevel van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met zandstenen parementGevel- of muurbekleding. en hoge rondboogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Bronnen
Archieven
SAB/PP 2746-2748, 2695; NPP, B 22..
Publicaties en studies
BLEVI A., Uit de geschiedenis van Scheut, II, De Zak- en St.-Niklaasbroeders (Het Open Venster, 1955, 28).
Websites
BALat KIK-IRPA