Typologie(ën)

kerk/kathedraal/basiliek

Ontwerper(s)

Leo VAN HEILarchitect1663

Juridisch statuut

Beschermd sinds 20 december 1936, 30 juni 1953

Stijlen

Barok

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30879
lees meer

Beschrijving

Barokke kerk van het voormalige klooster der Brigittinen, waarvan de laatste resten in de jaren 1960 verdwenen. De Brigittinen van de orde van de Heilige Verlosser of de Heilige Brigitta, verkregen in 1621 de toelating zich te Brussel te vestigen. Na aankomst vanuit het moederhuis te Dendermonde in 1623, nam de kloostergemeenschap haar intrek in het voormalige refugiehuis van de abdij van Groot Bijgaarden aan de Plattesteen. Uitbouw van een eerste klooster aan het einde van de Hoogstraat vanaf 1625. Aankoop van gronden en huizen op de hoek van de Buckborre (huidige Korte Brigittinenstraat) en de voormalige Zilverstraat (huidige Visitandinenstraat), in 1652 gevolgd door de bouw van een tweede klooster. Eerstesteenlegging van de huidige kerk in 1663, ingezegend en geconsacreerd respectievelijk in 1667 en 1672. Als architect geldt Leo Van Heil (1605-1661). Vernielingen bij het bombardement van 1695, onder meer de kerktoren die niet werd wederopgebouwd, en het kerkinterieur; wijding van een nieuw hoofdaltaar in 1700. Opheffing van het klooster door Josef II in 1784.
Na diverse functies, onder meer krijgsgevangenis en asiel, als nationaal goed verkocht door de Fransen. De kerk kwam vervolgens in gebruik als pakhuis, slagerij en danszaal, waarbij een insteekverdieping werd aangebracht. Herstellingswerken in 1839 en 1850. Het gewelf werd na opmeting verwijderd in 1923.

Algehele restauratie van het exterieur in 1964-1975, onder leiding van de stadsarchitecten Jean Rombaux en R. Lessinne, waarbij vervanging van zandsteen door Massangis. In 1987 voorzien van een nieuwe bevloering in Petit Granit, n.o.v. architect D. Bigaré, met projectie van het vroegere gewelfpatroon. Heden sporadisch in gebruik als tentoonstellings- en theaterruimte.

Eenbeukige zaalkerk, georiënteerd naar het zuiden, die eertijds de noordoostelijke hoek van het voormalige kloostercomplex innam. Schip van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vijfzijdige koorsluiting, afgedekt met een zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (leien) waarin afgewolfde dakkapellen. Baksteenbouw met gebruik van zand- steen/Massangis voor het geappliqueerd decor van de voorgevel, de sokkel, hoekblokken, omlijstingen en de daklijst van de zijgevels.

Korte Brigittinenstraat. Brigittinenkerk, noordelijke gevel (foto 1980).


Voorgevel in Barok met twee pilasterregisters. Rijk geornamenteerde halsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken. met wijde volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en puntig gekornist pseudo-frontonFronton waarvan de onderste zijde van het lijstwerk ontbreekt. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., bekroond met vazen en topstuk. Ordonnantie door middel van de superpositie van Dorische en Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met brede kornissen tussen de geledingen onderling en de top. In de eerste geleding, rondboogpoort tussen ingediepte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., met imposten, sluitsteen en gebogen en gestrekte waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Getoogd bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., via volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. verbonden met een spiegelboogvormige cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd., het geheel onder een bekronend, gebogen en gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken.. Aan weerszij licht getoogde rondboogvensters in geprofileerde omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief., neuten, sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., en volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; aansluitend omlijste spiegels met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief.. Tweede geleding met soortelijk middenvenster in bewerkte omlijsting onder meer met chutes en schelp, en flankerende rondboognissen. Getoogde nis in uitgewerkte omlijsting - oorspronkelijk met in 1797 verwijderd Verlossersbeeld - in de top, geflankeerd door gediepte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en voluutconsoles onder het frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met spiegel, en panelen op de vleugelstukken.

Korte Brigittinenstraat. Brigittinenkerk, oostelijke kant (foto 1980).


Door steunberen geritmeerde zijgevels met sokkel en geprofileerde daklijst aansluitend bij kruisvormige steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Lage rondboogdeuren en gedrongen rondboogvensters in het onderste registerVensterstrook in een topgevel.. Hoge rondboogvensters in de hoofdgeleding, hoger geplaatst in de drie noordelijke traveeën, onder een bijkomend registerVensterstrook in een topgevel. van ronde oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. in de drie zuidelijke en de koortravee. Omlijstingen met hoekblokken, imposten en sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., in de oostgevel met bijkomende waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. Bij de restauratie toegevoegde deuromlijsting in de oostelijke koortravee. BlindeZonder opening; blind venster, schijnopening. zuidelijke koormuur.
Volledig ontmanteld interieur met zichtbare dakspant. Oorspronkelijk overwelfd door kruisribgewelven en gordelbogen met casementen, opgevangen door Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., waarvan nog resterende fragmenten. Enkele bewaarde geprofileerde omlijstingen. Halfrond koor.


Bronnen

Archieven
SAB, NPP, C 8.
Archief KCML, dossier 3972.

Publicaties en studies
HENNE A., WAUTERS A, 1975, Histoire de la Ville de Bruxelles, Bruxelles, 1845, Nouvelle édition du texte original, IV, fig. 1543.

Websites
BALat KIK-IRPA