Typologie(ën)

kapel

Ontwerper(s)

Guido VAN DOORSLAERarchitect1968

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Brutalisme

Inventaris(sen)

  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2003

id

Urban : 17367
lees meer

Beschrijving

N.o.v. arch. Guido Van Doorslaer, 1968. Vroeger d.m.v. lange overdekte, elleboogvormige passage verbonden met voormalig klooster van de zusters franciscanessen dat vanaf 1903 werd opgetrokken op uitgestrekt bebost terrein dat hele diepte van huizenblok besloeg (zie Tervurenlaan nr 268a).
Omstreeks 1986 verkochten de nonnen hun groot klooster en bouwden tegen de noordflank van hun kapel een nieuw, kleiner en oninteressant kloostergebouw met vier bouwlagen n.o.v. arch. Pierre Terlinden, uitgevend op Damiaanlaan.

De kapel van 1968 heeft opmerkelijke modernistische lijnen, verzacht door een zeker lyrisme voortvloeiend uit het onregelmatige grondplan, het gebruik van sensuele materialen en een mooie natuurlijke lichtinval.
Eén bouwlaag onder plat dak. De grote eenvoud weerspiegelt de voorschriften van de nieuwe liturgie van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965). Het schip en het twee treden hoger liggende koor, zijn vervat in een symmetrische zeshoek met zijden van ongelijke lengte. Aan noordwestkant niet overdekte inkom gevolgd door portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule)., beide lager dan kapel en ervan gescheiden door parallel aan het koor lopende muur. Zuidkant van zeshoek geflankeerd door een volume met op benedenverdieping de sacristie en op verdieping een ziekenbalkon, van schip gescheiden door twee opengewerkte eiken luiken. Vanuit dit volume vertrok oorspronkelijk een overdekte elleboogvormige passage die de kapel met het voormalige klooster verbond.
Aan noordoostkant twee glaspartijen uitgevend op het park. Volgens oorspronkelijke plannen moesten ze uitgeven op een kleine binnentuin.
Dak gedragen door zichtbare balkenstructuur in gewapend beton, met intervallen rustend op dito binnenpijlers. De balken verdelen het plafond in onregelmatige cassetten bekleed met beuk. De pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) lopen door aan de buitenkant waar ze een brede kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). schragen.
Grotendeels bakstenen muurvakken – buiten rood en binnen lichtgekleurd – met bovenaan een vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters..
Het koor wordt verlicht door een driehoekig, boven het dak uitstekend bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met afgeschuinde hoeken, dat centraal rust op een steunbeervormende buitenpijler.
Dun metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn.. Vloer bekleed met rode grestegels. Sober meubilair bestaande uit banken en een altaar in geverniste es.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 109 (1968), 119 (1986).