Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Jean-Pierre CLUYSENAARarchitect1840

Juridisch statuut

Beschermd sinds 08 augustus 1988

Stijlen

neopalladiaanse stijl
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30545
lees meer

Beschrijving

Geheel van gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. enkelhuizen in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl met neo-Italiaanse-renaissance-inslag, naar ontwerp van architect J.-P. Cluysenaar van 1840.

Oorspronkelijk drie woningen, heden nog twee, het rechter pand in 1876 gesloopt bij de aanleg van de Congresstraat. BepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderd gevelscherm met drie bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en heden nog zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen). Oorspronkelijk volkomen symmetrische opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. van negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met geaccentueerde midden- en hoekpartijen. Nadrukkelijke horizontale geleding met superpositie van de drie klassieke orden, vanaf een hoge gebosseerde sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Per registerVensterstrook in een topgevel. travee-indeling door achtereenvolgens Dorische, Ionische en Corinthische halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt., onder een doorlopend  klassiek
entablement. Verdiepte rondboogvensters binnen een booglijst met imposten en sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., voorzien van een balustradeHekwerk van spijlen of balusters., op de verhoogde begane grond; lage vleugeldeuren in de uiterste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met aansluitend vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. als bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geriemde omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. op de twee bovenverdiepingen; balkons met voluutconsoles en balustradeHekwerk van spijlen of balusters. in de linker hoek- en de drie voormalige midden-, heden rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de bel-etage. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op een gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. consolerij waartussen casementen. Benedenbouw van de vierde en vijfde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gewijzigd. Inkomhal met tweedelig kruisgewelf op Ionische zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en steektrap in nr. 81.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 20779 (1840).