Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Barnabé GUIMARD1779

Joseph POELAERTarchitect1858

Paul LE BONarchitect1929

Juridisch statuut

Beschermd sinds 08 december 1983, 16 maart 1995

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30528
lees meer

Beschrijving

Geheel gevormd door het zogenaamd Hotel Errera en een belendend pand (hoek Baron Hortastraat nr. 15). In oorsprong het refugehuis van de abdij van Grimbergen, in 1779 en volgende opgetrokken naar ontwerp van architect Barnabé Guimard. Het terrein gelegen in het dal van de Clutinckvijver, dat door het sterke verval aanzienlijke aanaardings- en funderingswerken vereiste, werd aan de abdij afgestaan door patentbrieven van keizerin Maria-Theresia van 1779. Hierbij werd de bouw opgelegd van een paviljoen, in symmetrie met het tegenover liggende paviljoen Triest, dat binnen de drie jaar onder dak moest zijn; voorts een af- sluitmuur in het verlengde van het reeds gerealiseerde gedeelte aansluitend bij het hoekpaviljoen met het Koningsplein. Ook dit paviljoen dat ten zuiden aan het terrein grensde, was in 1776 en volgende door de abdij gebouwd. Het refugehuis werd openbaar verkocht in 1797, en vormde toen reeds - wellicht zelfs van bij oorsprong - een samenstel van een voornaam herenhuis en een veel bescheidener woning. Het herenhuis, achtereenvolgens eigendom van de families Hennessy en Obert de Thieusy, werd in 1868 aangekocht door J. Errera. In 1980 aangekocht door het Fonds voor Schoolgebouwen, in 1992 door de Vlaamse Regering: restauratie tot Huis van de Vlaamse Gemeenschap, residentie van de minister-president.

Koningsstraat 14, hoek Baron Hortastraat; Hotel Errera; standbeeld van Augustin-Daniel graaf Belliard (foto 1990).

Halfvrijstaand paviljoen in classicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, met voorplein en vroegere tuin afgesloten door een muur waarop balustradeHekwerk van spijlen of balusters. ten zuiden. Het geheel rust aan de westzijde op een hoge schoolmuur. Hoofdgebouw nagenoeg intact bewaard; bijgebouwen wederopgebouwd en uitgebreid in derde kwart 19e eeuw, doch ten dele opnieuw gesloopt in de loop van 20e eeuw; afsluitmuur meermaals gerestaureerd waarbij vervanging van het beeldhouwwerk. Heden ten westen en zuiden omgeven door het Paleis voor Schone Kunsten.

Paviljoen
op rechthoekige plattegrond met hoofdgevel aan de tuinzijde, van drie bouwlagen en respectievelijk zeven, vijf en elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. (leien). Eertijds symmetrisch pendant van het inmiddels tot twee maal toe wederopgebouwde tegenover liggende hoekpaviljoen (nr. 20-40). Oorspronkelijk volledig bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevels. Bij vorige gevelrestauraties, in 1916 voor het herenhuis en in 1927 voor het belendende pand, gedecapeerd en gecementeerdMet portlandcement bestrijken. met vrijlating van de natuurstenen (benedenbouw en risaliet) en hardstenen onderdelen (kordons en omlijstingen); hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. terzelfdertijd of reeds eerder aangebracht. Bij de laatste, gedeeltelijke gevelrestauratie onder leiding van architecten W. Slock en C. Lievens in 1986- 1987, opnieuw volledig beschilderd - de benedenbouw na herbepleistering - met vrijlating van de plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Gevelopstanden met regelmatige, symmetrische ordonnantie en horizontale geleding. Benedenbouw belijnd door de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. waarin rechthoekige keldermonden, schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. met uitstraling en de puilijst. Verkleinende bovenverdiepingen afgewerkt door het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en gelede houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Overwegend rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., beluikt, met lekdrempel en vlakke sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. op de benedenverdieping, in geriemde omlijsting op de bovenverdiepingen. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., twee per gevelzijde, met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., neuten, orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen..
Tuingevel (zuid) met dubbelhuisopstand van zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Volledig met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. belijnd middenrisaliet van drie bredere traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), bekroond door een architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met tandlijsten, waarin een vlak omlijste ronde oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. met radiale roedenverdeling binnen panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting.. Benedenbouw geritmeerd door rechthoekige nissenUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld. met rozetsleutel; middentravee voorzien van een beglaasd voorportaal met perron, zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en ijzeren luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. uit begin 20e eeuw, de ingang van het herenhuis. Hoofdverdieping gemarkeerd door een doorlopend  balkon op uitgelengde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met pijnappel, stafwerkOrnament, bestaande uit een pijp-, riet- of koordvormige vulling van cannelures tot op een derde van hun hoogte. en schijfEen wiel waarvan de velg een of meer kabels draagt om beweging over te brengen. De aan de lieras bevestigde tractieschijf (of grijpschijf) brengt de kracht van de motor over op de tractiekabels van de liftkooi en het tegengewicht. Het afleidwiel wordt gebruikt om de kabels in lijn met de liftschacht en/of het tegengewicht af te buigen. De keerschijven boven de schacht ondersteunen de tractiekabels wanneer de machinerie beneden is geplaatst., voorzien van een smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met rozetpatroon. Bovenvensters achtereenvolgens met bijkomend entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en rozetsleutel. Zijtraveeën met rondbogige nissenUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld. waarin steekboogvenstersBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. in de benedenbouw, bijkomende panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. op penantenParement tussen twee muuropeningen (vensters of deuren) in dezelfde bouwlaag. en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de bovenverdiepingen.
Straatgevels (oost en noord) met respectievelijk vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Koningsstraat en elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de Baron Hortastraat. Middentravee van de oostgevel geaccentueerd door een rondbogige vensternis met rozetsleutel en steekboogvensterBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. in de benedenbouw, een balkon met zelfde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. als in de tuingevel, en een
entablement op de hoofdverdieping. Idem voor de vijfde en achtste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de noordgevel, met respectievelijk rechthoekige venster- en deurnis, laatst genoemde als ingang van het belendende pand dat de vijf rechtse traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) beslaat.

Interieur. Herenhuis met gaaf bewaarde, rijke binnenaankleding in Lodewijk XVI-stijl. Centraal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en marmeren trap met gesmeed ijzeren leuning. Volledig gelambriseerde vertrekken met parket, marmeren schouwmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. onder meer met gebeeldhouwd reliëf en haardplaat, spiegels1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting.
en stucplafond, in enfilade op de drie bouwlagen onder meer eetkamer met buffet, en salon met paren gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en pseudokoepel op de gelijkvloerse verdieping; bibliotheek en suite van drie vertrekken, waarvan één met Chinees behang en allegorische supraporta’s, op de eerste verdieping; ronde slaapkamer met alkoven op de tweede verdieping. Typisch Lodewijk XVI-decor, met onder meer slingers, guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. , rozettenRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood., acanthen, fasces, fakkels, adelaars, vazen en bloemenkorven. Kleine aanpassingen, onder meer herinrichting van de tweede verdieping, in 1929. Belendend pand ten dele verbouwd in 1927; bewaarde eiken trap.

Bijgebouwen.
Voorplein in zijn huidige vorm aangelegd in 1858, vermoedelijk naar ontwerp van architect Joseph Poelaert. Afsluitmuren met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en vazen, ten zuiden gebogen en overgaand in twee parallelle paviljoenen met stallingen; arduinen fontein, een halfrond bekken met leeuwenkoppen op sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., aan de westzijde. Stallingen oorspronkelijk met identieke opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur.: deur
met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. tussen oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. en blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.; aangepast naar ontwerp van architect P. Le Bon van 1929, met garagepoorten aan westkant, balustraden en nieuwe bedaking. Uitgebreid met banklokalen van één bouwlaag naar ontwerp van architect G. Saintenoy van 1868, cf. jaarsteen 1869 in het plaveisel en resterende borstbeelden, met portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule). aan de Koningsstraat; gedeeltelijk gesloopt en aangepast naar ontwerp van P. Le Bon van 1929; volledig gesloopt en vervangen door kantoren van het Paleis voor Schone Kunsten naar ontwerp van architect H.J. Willem van 1969.

Afsluitmuur
met in totaal tweeëntwintig traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), in symmetrie met de tegenover liggende balustradeHekwerk van spijlen of balusters. van het Academiënpaleis aan de Hertogsstraat. SokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en balustradeHekwerk van spijlen of balusters. geritmeerd door postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. waarop alternerend verschillende vazen; centraal postament1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met medaillonRonde of ovale cartouche., gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. acanthusconsoles onder de dekplaatNatuurstenen of keramische plaat, op bijvoorbeeld een geveltop, om het onderliggend metselwerk tegen regen te beschermen. en trofeeNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,… met Romeinse wapenrusting en opschrift “patria”. Inrijpoorten aan beide uiteinden, met ijzeren hekken tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. met medaillonRonde of ovale cartouche. en bekronende liggende leeuw. Geheel in natuur- en hardsteen, oorspronkelijk mogelijk volledig doch heden ten dele bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderd. Vernieuwd beeldhouwwerk: natuurstenen leeuwen door beeldhouwer A.-F. Bouré van 1874-1876; hardstenen trofeeNabootsing van oorlogs- of jachttrofeeën die oorspronkelijk werden opgehangen; later veelal als zuiver decoratief motief gebruikt met dezelfde onderwerpen of uitgebreid met zinnebeelden van de kunsten, de ambachten,… door beeldhouwer A. Braekevelt van 1878. Latere bressen, toegangen tot het Paleis voor Schone Kunsten (1923-1928) en de voornoemde banklokalen (1868-1869) met ijzeren hek.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 20980 (1916), 33914 (1927), 35850 (1929), 4159 (1858), 41424 (1929), 11443 (1868), 77494 (1969), 1469, 1664, 1673, 4158, 4159 bis, 78538.

Archief KCML, dossier 4454.