Typologie(ën)

kantoorgebouw
herenhuis

Ontwerper(s)

R. THÉRYarchitect1909-1910

Gaston DERUarchitect1937

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30536
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee kantoorgebouwen, nr. 54 naar ontwerp van architect G. Deru van 1937 in opdracht van de Compagnie Internationale Forestière et Minière du Congo, nr. 56 naar ontwerp van architect R. Théry van 1909-1910 in opdracht van de Compagnie de Bruxelles. Beide opgetrokken na respectievelijk afbraak van twee in oorsprong gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. herenhuizen in classicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, waarbij getrouwe reconstructie van het bestaande gevelfront, evenwel met een parementGevel- of muurbekleding. van natuursteen - Euville in nr. 56 - op hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel..

Terrein in 1776 aangekocht, herenhuizen in 1777-1778 gebouwd door architect/meester-metselaar Josse Massion, die het linkse pand tot 1795 bewoonde. Ontwerp toegeschreven aan architect J.B.V. Barré, op basis van stijlverschillen met de architectuur van architect Barnabé Guimard in de Koningsstraat.

Lijstgevel, oorspronkelijk bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderd en bekroond door een attiekbalustradeMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met vazen die in 1808-1809 werd verwijderd. Symmetrische opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. met horizontale geleding, gemarkeerd door hoekrisalieten en een hoge bel-etage; drie bouwlagen en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenbouw belijnd door de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. waarin getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. keldermonden, schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en de puilijst; bovenverdieping afgewerkt door het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., brede friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.. Hoekrisalieten met rondboogpoort in de benedenbouw, kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. Ionische pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., balkon op voluutconsoles met schijvenEen wiel waarvan de velg een of meer kabels draagt om beweging over te brengen. De aan de lieras bevestigde tractieschijf (of grijpschijf) brengt de kracht van de motor over op de tractiekabels van de liftkooi en het tegengewicht. Het afleidwiel wordt gebruikt om de kabels in lijn met de liftschacht en/of het tegengewicht af te buigen. De keerschijven boven de schacht ondersteunen de tractiekabels wanneer de machinerie beneden is geplaatst. voorzien van een smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., achtereenvolgens een verdiept rondboogvenster en een staande ovale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. in geriemde omlijsting met sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en guirlandeGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. , op de bovenverdiepingen. Voorts rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., verdiept in de benedenbouw, met geriemde omlijsting, orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief., sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en guirlandeGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden.  op de bovenverdiepingen; panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met neuten op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de bovenste verdieping. Achterliggende kantoorgebouwen, nr. 54 met negen niveau’s op L-vormige plattegrond, nr. 56 met vier bouwlagen en mansarde. Westelijke perceelsgrens eertijds gevormd door de zogenaamd Mathieutoren, een verdedigingstoren van de eerste stadsomwalling (11e-13e eeuw), gesloopt in 1909.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 51341 (1937), 21003 en 2283 (1909- 1910), 3604 (1808-1809).