Typologie(ën)

herenhuis
kantoorgebouw

Ontwerper(s)

A. POLAK1950-1959

Jean POLAKarchitect1950-1959

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30538
lees meer

Beschrijving

Kantoorcomplex naar ontwerp van architecten A. en J. Polak van 1950, pas voltooid in 1959. Opgetrokken na afbraak van een reeks herenhuizen in classicistische stijl, waarbij vrij getrouwe reconstructie van het bestaande gevelfront, evenwel met een parementGevel- of muurbekleding. van natuursteen.

Vroegere herenhuizen daterend van na de terreinverkoop van 1776. Oorspronkelijk bepleisterde en beschilderde lijstgevels van drie bouwlagen, met uniforme geleding, de benedenbouw met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en sluitstenen, de bovenbouw afgewerkt door een klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Nr. 60-62, gebouwd naar ontwerp van architect Ph. Sandrié in 1777-1778, door meester-stucadoor D. de Coster, in opdracht van graaf F.-J. de Ferraris (1726- 1814), veldmaarschalk van het Oostenrijkse leger en auteur van de Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden. Symmetrische opstand van elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), gemarkeerd door een middenrisaliet van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) laatst genoemde met rondbogen in de benedenbouw, geriemde vensteromlijstingen op de bovenverdiepingen, achtereenvolgens met entablementen en centraal balkon met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en smeedijzeren leuning, sluitsteen en panelen op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., bekroond door een driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Zijtravee met vlakke vensteromlijstingen, panelen op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de bovenste verdieping en dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Nr. 64-68, drie herenhuizen met doorlopende  ordonnantie van dertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door rondboogpoorten onder zelfde balkon als in nr. 60-62, heden verschoven ten opzichte van de oorspronkelijke toestand, de bovenvensters in vlakke omlijsting achtereenvolgens met lekdrempel en sluitsteen; heden vijf in plaats van oorspronkelijk zes dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 83108 (1950-1959), 51856 (1777- 1778).