Typologie(ën)
kazerne
Ontwerper(s)
Jules Jacques VAN YSENDIJCK – architect – 1901-1905
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 30433
Beschrijving
Voormalige
grenadierskazerne in eclectische stijl naar een ontwerp van architect Jules Jacques
Van Ysendijck van 1896, gebouwd in 1901-1905. Omvangrijk militair
gebouwencomplex, palend aan de Karmelietenstraat ten westen, de Kernstraat ten
noorden, begrensd door de percelen van de Waterloolaan ten oost en door het
Egmontpaleis ten zuiden.
Eertijds bevond zich hier het herenhuis Culemborg, waar in 1566 het Geuzenbanket plaats vond, en dat op last van de hertog van Alva in 1568 werd gesloopt. Zie een herplaatste, van 1884 daterende hardstenen gedenkplaat, een rolwerkcartouche n.o.v. architect Jean Baes, bij het linker portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule).. In 1612 werd de bouw ingezet van de kerk en het klooster van de Ongeschoeide Karmelieten, opgeheven in 1783 en gesloopt in 1811. Op een gedeelte van de kloostergronden werd in 1813-1815, achter de rooilijn, de zogenaamde Karmelietengevangenis opgetrokken, n.o.v. architect L.E.A. Damesme, een neoclassicistisch complex met vleugels in vierkante opstelling rond een binnenplein met centraal paviljoen. Later aan de straat uitgebreid met een cellengevangenis in neo-Tudorstijl, n.o.v. architect J.J. Dumont van 1847.
De plattegrond beschrijft een voorgebouw met hoofdtoegang aan de Karmelietenstraat; twee symmetrische troepenblokken ten noorden en zuiden van het oefenplein, dat ten oosten wordt afgesloten door de Bloc Dubreucq of het Horlogegebouw; bijgebouwen en een woning in de Kernstraat.
Voorgebouw samengesteld uit een langgerekte centrale, en twee afwijkende zijvleugels. Centrale vleugel met souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en twee bouwlagen, en eenentwintig traveeën, afgedekt door een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dubbele rij dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Symmetrisch opgebouwd gevelfront met monumentaal karakter, verwijzend naar de renaissance- en barokke vestingbouw in de algehele compositie en de detaillering. Gekenmerkt door gedrongen verhoudingen, een strenge geslotenheid, en een solied, accentrijk materiaalgebruik, in casu ruw behakte natuursteen en hardsteen. Hoger midden- en hoekpaviljoenen met attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. , geaccentueerd door hoekblokken en risalieten in rustiekwerk. Kolossale rondboogpoorten met kwarthol beloop en sluitsteen : de centrale hoofdingang geflankeerd door halfzuilen en bekroond door een entablement en een gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. waarin het klein zegel van België; de zijportalen bekroond door een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Tussenliggende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door Ionische pilasters op een rustiek basement, met achtereenvolgens getraliede rondboogvensters met sluitsteen en vlak omlijste rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Hoofdgestel met breed geprofileerde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., waarop een blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met siervazen. Flankerende zijvleugels, verwijzend naar de renaissance- en barokke privé-architectuur, uitgevoerd in vlak behandelde natuur- en hardsteen onder leien bedaking.
Linker vleugel (hoek Kernstraat) met bijkomende derde bouwlaag, elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en afgesnuit zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., gemarkeerd door een driekwartronde hoektoren bekroond door een koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met trommel, œil-de-bœufs en peerspits. Voorts geboste sokkel, kruiskozijnen met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. of frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op de bel-etage, bolkozijnen op de hoogste verdiepingen, met hoekblokken; klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met voluten en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Rechter vleugel met eenvoudiger opstand van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), als overgang naar het Egmontpaleis, vnl. gemarkeerd door een centraal, tweeledig en halsvormig dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Begroende achtergevels in eenvoudige baksteenbouw. Monumentale eretrap in het interieur.
Bijgebouwen langs de Kernstraat, samengesteld uit twee onderscheiden volumes, opgetrokken in bak- en hardsteen onder leien bedaking. Lage vleugel met twee bouwlagen, souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., waarin recent een bres werd geslagen. Symmetrische opstand, gemarkeerd door een centrale risaliet met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en vuurvaas, oplopend in een hoge blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. ; voorts geritmeerd door vlak omlijste, getoogde venstemissen met tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst., vanaf een zwaar kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. boven de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Linker aansluitende rondboogpoort met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., en ijzeren hek.
Ruim woonhuis (Kernstraat nr. 15-17) met drie bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldak. Geboste benedenverdieping, verdiepingen met vlak omlijste steekboogvensters met sluitsteen en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., belijnd door de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Twee linker traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geaccentueerd door onder meer een balkon en een dakkapel met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Oefenplein. Troepenblokken in vereenvoudigde neo-Vlaamse renaissancestijl, opgetrokken in bak- en hardsteen met sierankers. Langgerekte vleugels van twee bouwlagen, gemarkeerd door midden- en hoekpaviljoenen van drie bouwlagen, met in totaal elk zeventien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakenGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Regelmatige ordonnantie van overwegend dubbele kruiskozijnen. Middenpaviljoenen gemarkeerd door een risaliet met getrapte top, hoekpaviljoenen, met inkom, door een getrapt dakvenster.
Bloc Dubreucq of Horlogegebouw, in dezelfde materialen, gesitueerd op een podium, met centrale dubbele bordestrap in rustica. Symmetrische opstand met twee bouwlagen en negen traveeën over de breedte van het oefenplein, gemarkeerd door een centrale risaliet met inkom en drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., bekroond door een monumentaal topstuk met uurwerk binnen volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met vaas. Zijpartijen met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en dubbele kruiskozijnen, getoogd met waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op de verdieping, kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en blinde attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met vazen. Linker doorlopend in een terugwijkende partij van acht traveeën, ingedeeld in drie bouwlagen; tweede trap. Later in de centrale trappenpartij ingewerkt oorlogsmonument, met herdenkingsplaketten, beelden van een grenadier en een infanterist, en een buste van Albert I. Voorts nog lage bijgebouwen achter het noordelijk troepenblok.
Heden op het voorgebouw na leegstaand. Bestemd voor reconversie tot wooncomplex, het gedeelte palend aan het Egmontpaleis voor kantooruitbreiding van het Ministerie van Buitenlandse Betrekkingen (architect M. Jaspers).
Eertijds bevond zich hier het herenhuis Culemborg, waar in 1566 het Geuzenbanket plaats vond, en dat op last van de hertog van Alva in 1568 werd gesloopt. Zie een herplaatste, van 1884 daterende hardstenen gedenkplaat, een rolwerkcartouche n.o.v. architect Jean Baes, bij het linker portaal1. In muur uitgespaarde ruimte voor een deur of toegang; - 2. Meer gesloten, voor of achter een gebouw geplaatste beschutting (voorbouw, vestibule).. In 1612 werd de bouw ingezet van de kerk en het klooster van de Ongeschoeide Karmelieten, opgeheven in 1783 en gesloopt in 1811. Op een gedeelte van de kloostergronden werd in 1813-1815, achter de rooilijn, de zogenaamde Karmelietengevangenis opgetrokken, n.o.v. architect L.E.A. Damesme, een neoclassicistisch complex met vleugels in vierkante opstelling rond een binnenplein met centraal paviljoen. Later aan de straat uitgebreid met een cellengevangenis in neo-Tudorstijl, n.o.v. architect J.J. Dumont van 1847.
De plattegrond beschrijft een voorgebouw met hoofdtoegang aan de Karmelietenstraat; twee symmetrische troepenblokken ten noorden en zuiden van het oefenplein, dat ten oosten wordt afgesloten door de Bloc Dubreucq of het Horlogegebouw; bijgebouwen en een woning in de Kernstraat.
Voorgebouw samengesteld uit een langgerekte centrale, en twee afwijkende zijvleugels. Centrale vleugel met souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en twee bouwlagen, en eenentwintig traveeën, afgedekt door een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met dubbele rij dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Symmetrisch opgebouwd gevelfront met monumentaal karakter, verwijzend naar de renaissance- en barokke vestingbouw in de algehele compositie en de detaillering. Gekenmerkt door gedrongen verhoudingen, een strenge geslotenheid, en een solied, accentrijk materiaalgebruik, in casu ruw behakte natuursteen en hardsteen. Hoger midden- en hoekpaviljoenen met attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. , geaccentueerd door hoekblokken en risalieten in rustiekwerk. Kolossale rondboogpoorten met kwarthol beloop en sluitsteen : de centrale hoofdingang geflankeerd door halfzuilen en bekroond door een entablement en een gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. waarin het klein zegel van België; de zijportalen bekroond door een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Tussenliggende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door Ionische pilasters op een rustiek basement, met achtereenvolgens getraliede rondboogvensters met sluitsteen en vlak omlijste rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Hoofdgestel met breed geprofileerde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., waarop een blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met siervazen. Flankerende zijvleugels, verwijzend naar de renaissance- en barokke privé-architectuur, uitgevoerd in vlak behandelde natuur- en hardsteen onder leien bedaking.
Linker vleugel (hoek Kernstraat) met bijkomende derde bouwlaag, elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en afgesnuit zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., gemarkeerd door een driekwartronde hoektoren bekroond door een koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met trommel, œil-de-bœufs en peerspits. Voorts geboste sokkel, kruiskozijnen met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. of frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op de bel-etage, bolkozijnen op de hoogste verdiepingen, met hoekblokken; klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. en dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met voluten en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Rechter vleugel met eenvoudiger opstand van zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), als overgang naar het Egmontpaleis, vnl. gemarkeerd door een centraal, tweeledig en halsvormig dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Begroende achtergevels in eenvoudige baksteenbouw. Monumentale eretrap in het interieur.
Bijgebouwen langs de Kernstraat, samengesteld uit twee onderscheiden volumes, opgetrokken in bak- en hardsteen onder leien bedaking. Lage vleugel met twee bouwlagen, souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en elf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., waarin recent een bres werd geslagen. Symmetrische opstand, gemarkeerd door een centrale risaliet met frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en vuurvaas, oplopend in een hoge blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. ; voorts geritmeerd door vlak omlijste, getoogde venstemissen met tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst., vanaf een zwaar kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. Twee dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. boven de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Linker aansluitende rondboogpoort met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., en ijzeren hek.
Ruim woonhuis (Kernstraat nr. 15-17) met drie bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldak. Geboste benedenverdieping, verdiepingen met vlak omlijste steekboogvensters met sluitsteen en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., belijnd door de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Twee linker traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geaccentueerd door onder meer een balkon en een dakkapel met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..
Oefenplein. Troepenblokken in vereenvoudigde neo-Vlaamse renaissancestijl, opgetrokken in bak- en hardsteen met sierankers. Langgerekte vleugels van twee bouwlagen, gemarkeerd door midden- en hoekpaviljoenen van drie bouwlagen, met in totaal elk zeventien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakenGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Regelmatige ordonnantie van overwegend dubbele kruiskozijnen. Middenpaviljoenen gemarkeerd door een risaliet met getrapte top, hoekpaviljoenen, met inkom, door een getrapt dakvenster.
Bloc Dubreucq of Horlogegebouw, in dezelfde materialen, gesitueerd op een podium, met centrale dubbele bordestrap in rustica. Symmetrische opstand met twee bouwlagen en negen traveeën over de breedte van het oefenplein, gemarkeerd door een centrale risaliet met inkom en drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., bekroond door een monumentaal topstuk met uurwerk binnen volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met vaas. Zijpartijen met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en dubbele kruiskozijnen, getoogd met waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op de verdieping, kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en blinde attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met vazen. Linker doorlopend in een terugwijkende partij van acht traveeën, ingedeeld in drie bouwlagen; tweede trap. Later in de centrale trappenpartij ingewerkt oorlogsmonument, met herdenkingsplaketten, beelden van een grenadier en een infanterist, en een buste van Albert I. Voorts nog lage bijgebouwen achter het noordelijk troepenblok.
Heden op het voorgebouw na leegstaand. Bestemd voor reconversie tot wooncomplex, het gedeelte palend aan het Egmontpaleis voor kantooruitbreiding van het Ministerie van Buitenlandse Betrekkingen (architect M. Jaspers).
Bronnen
Archieven
SAB/OW 786 (1896-1905).