Typologie(ën)

driegevelvilla

Ontwerper(s)

Charles DE WILarchitect1933

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Laat-eclecticisme
Beaux-Artsstijl

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 29310
lees meer

Beschrijving

Villa in laat-eclectische stijl met Beaux-artsArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. invloeden n.o.v. architect Ch. De Wil, 1933.

Halfopen bebouwing van twee bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Geheel van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan centrale als hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw.. Bakstenen gevel met talrijke bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen op hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. GetoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. muuropeningen, brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) afwisselend in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Op hoek benedenverdieping, erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras met ijzeren borswering dito deurvenster op eerste verdieping van de straatgevel.
In zijgevel, centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. smeedijzerenTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen… deur in getrapteGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind., bereikbaar via trap, en onder gebogen archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Mansarde met getraliede oeil-de-boeufs.
Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met schouderboogvormige dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. en roedenDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. in bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden..

Tuinhekken op hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel..

Bronnen

Archieven
GAV/DS 12226 (1933), 22590 (2000).