Typologie(ën)
driegevelvilla
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1922
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2005
id
Urban : 17564
Beschrijving
Op hoekperceel met Pater Eudore Devroyestraat, villa in cottagestijl, 1922.
Halfopen bebouwing van twee bouwlagen onder complexe bedaking met verschillende dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Bakstenen gevels, heden wit geschilderd, op hardstenen plint. Tweede bouwlaag met pseudo-vakwerk doorlopend en als licht uitkragende puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. in Pater E. Devroyestraat. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met vierkante roedeverdeling; houten luiken.
Hoofdgevel in Nestor Plissartstraat met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste terugwijkend en met slechts één bouwlaag. GlasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. op benedenverd.. Derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met toegevoegde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras met oorspronkelijke houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (n.o.v. arch. Achille Michel, 1958).
Gevel in Pater E. Devroyestraat met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). In eerste bouwlaag getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; in rechtertravee heden drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. ter vervanging van gelijkvormige diensttoegang met centrale deur; tweelicht in tweede bouwlaag.
Ondergrondse garage (1971).
Halfopen bebouwing van twee bouwlagen onder complexe bedaking met verschillende dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Bakstenen gevels, heden wit geschilderd, op hardstenen plint. Tweede bouwlaag met pseudo-vakwerk doorlopend en als licht uitkragende puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. in Pater E. Devroyestraat. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met vierkante roedeverdeling; houten luiken.
Hoofdgevel in Nestor Plissartstraat met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de eerste terugwijkend en met slechts één bouwlaag. GlasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. op benedenverd.. Derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met toegevoegde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras met oorspronkelijke houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. (n.o.v. arch. Achille Michel, 1958).
Gevel in Pater E. Devroyestraat met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). In eerste bouwlaag getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; in rechtertravee heden drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. ter vervanging van gelijkvormige diensttoegang met centrale deur; tweelicht in tweede bouwlaag.
Ondergrondse garage (1971).
Bronnen
Archieven
GASPW/DS 188 (1922), 370 (1922), 109 (1958), 30 (1971).
Opmerkelijke bomen in de nabijheid