Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Edmond LEGRAIVEarchitect1912

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Beaux-Artsstijl

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 29298
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning in eclectische stijl met Beaux-Arts inslag n.o.v. architect Ed. Legraive, 1912.

Maakt deel uit van een homogene huizenrij van burgerwoningen gebouwd tussen 1911 en 1913, van nr. 11 t.e.m. 35.

Asymmetrische opstand van vier bouwlagen. Hardstenen benedenverdieping met geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., tweede bouwlaag in witsteen,twee hoogste bouwlagen bepleisterd in similisteen met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren..
Rechthoekige of getoogde muuropeningen met stenen lateien. Op de eerste verdieping van de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras met gietijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., op de twee hoogste verdiepingen drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met stenen monelen, deze op de derde verdieping met klein centraal balkon met ijzeren borstwering. Beaux-Artsdecor met guirlandes, spiegels en hangende trossen op borstweringen. Eikenhouten deur met ovaalvormige bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. waarin ijzeren tralie met de initialen ‘L’ en ‘D’. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  grotendeels bewaard (roeden voor boven- en onderlichten, deur, kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillons).

Rechts, bakstenen zijgevel (voormalige wachtmuur) met dubbele similibanden per bouwlaag en centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. BreukstenenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. omheiningsmuur met ijzeren inrijpoort naar tuin.

Interieur. Rijkelijk interieur - analoog aan nr. 25 n.o.v. dezelfde architect (zie dit nr.) -met in tweede bouwlaag drie opeenvolgende kamers uitgewerkt in verschillende stijl : aan straatzijde salon in Lodewijk XVI-stijl, centrale eetkamer in neo-Vlaamse renaissancestijl en ‘veranda’ met lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …. Tevens voorzag de architect de tuinaanleg in Engelse stijl met gebogen wegeltjes, ronde punten, bakjes en een achthoekige gloriette.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 6004 (1912), 6378 (1913), 7953 (1923), 17145 (1957).