Louis Bertrandlaan 111-113

Burgerhuis in eclectische stijl i.o.v. schilder-decorateur Fl. Rullens, gesigneerd op de benedenverdieping “J^osBYTEBIER / ARCH^TE”, 1909.

Maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 39 tot nr. 127-129.

Symmetrische opstand van vijf bouwlagen, de eerste van geringe hoogte, de laatste behandeld als loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw.. Gevel in baksteen van Zandvoorde, met elementen in lichtgekleurde baksteen van Modave en hardsteen. Op de benedenverdieping, twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. geflankeerd door deuren, de linkerdeur leidend naar de kelderverdieping. Op de eerste verdieping, drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder doorlopende  archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog., achter een doorlopend  balkon op vier consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op de middelste verdiepingen, drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met centraal balkon, het tweede boogvormig. Derde verdieping onder hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met een friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). waar wellicht een sgraffiti was voorzien, en een houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op laterale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. LoggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met houten balustradeHekwerk van spijlen of balusters. en een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., bekroond door een I-balkIJzeren latei met I-profiel. op imposante kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog., onder bewaarde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met vleugelstukken. In de dakhelling moest een groot daklicht komen ter verlichting van een atelier. Smeedijzeren traliewerk met invloed van de geometrische art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  in de eerste vier bouwlagen, met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling en groen glas. BlindeZonder opening; blind venster, schijnopening. zijgevel versierd met een reclamebeschildering.