Typologie(ën)
bijgebouwen
herenhuis
herenhuis
Ontwerper(s)
Oscar SIMON – architect – 1889
V. EVRARD – architect – 1903
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme met pittoresk karakter
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Zuid (Apeb - 2005-2008)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2005-2006
id
Urban : 16048
Beschrijving
Op hoek met Louizalaan en Terkamerenlaan. Indrukwekkend eclectischVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. herenhuis met historiserendeArchitectuurstrekking (ca. 1850 - 1914) die bijna letterlijk stijlen uit het verleden herneemt, zoals gotiek, renaissance,... elementen, n.o.v. arch. Oscar Simon (signatuur in gevel), 1889.
Lichtjes uitgebreid en verbouwd; hoekerker, galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. in achtergevel, interieur (n.o.v. arch. V. Evrard, 1904), nieuwe stallingen en koetshuis, afsluitingsmuur (1904), in 1911 en in de jaren 1930 (o.m. overdekking van binnenplaats). In 1989 deels verbouwd tot restaurant en aangetast door verwijdering van deel van schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , wijziging grootte van een aantal venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en constructie van gebouw in postmodernistischeTegenbeweging (sinds ca. 1980) van het modernisme. Het functionalisme wordt in vraag gesteld, terwijl vormelementen uit het verleden (classicisme, art deco, enz.) opnieuw en op eigentijdse wijze worden toegepast. stijl op binnenplaats. Hoewel thans in slechte toestand, getuigt gevel nog van vroeger prestige.
Drie bouwlagen met in sommige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) halve bouwlaag. In Louizalaan twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en in Terkamerenlaan vijf ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) volgens verkleinende ordonnantie waarvan twee laatste onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak.. Indrukwekkend tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak.. Gevel in hardsteen, Gobertange en bruine zandsteen in Louizalaan, bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. op hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en in Terkamerenlaan. Gevel in Louizalaan best bewaard; onregelmatige compositie met erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. en overdekt balkon. KruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld.. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. aangetast; in derde bouwlaag zadeldakvormige luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. TentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak. bekroond met windvaanDraaibare, metalen versiering op een daknok of torenspits in de vorm van een vaan die de windrichting aanwijst.; dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. telkens onder klein tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak.; bijzonder originele vorm: volgt schuine hoek van gebouw niet, maar springt uit in rechte hoek. In laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op Terkamerenlaan gaanderij met twee bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. op Dorische zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd., vroeger bekroond met terras met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., met straat verbonden door trappartij. Verder afsluitingsmuur waarin deur onder keperboogBoog gevormd door twee schuin tegen elkaar geplaatste schenkels.. Breed uitstekende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Lichtjes uitgebreid en verbouwd; hoekerker, galerijOverdekte gang, aan één of beide zijden geritmeerd door zuilen, kolommen of pijlers, bogengang genoemd indien geritmeerd door arcaden. in achtergevel, interieur (n.o.v. arch. V. Evrard, 1904), nieuwe stallingen en koetshuis, afsluitingsmuur (1904), in 1911 en in de jaren 1930 (o.m. overdekking van binnenplaats). In 1989 deels verbouwd tot restaurant en aangetast door verwijdering van deel van schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , wijziging grootte van een aantal venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en constructie van gebouw in postmodernistischeTegenbeweging (sinds ca. 1980) van het modernisme. Het functionalisme wordt in vraag gesteld, terwijl vormelementen uit het verleden (classicisme, art deco, enz.) opnieuw en op eigentijdse wijze worden toegepast. stijl op binnenplaats. Hoewel thans in slechte toestand, getuigt gevel nog van vroeger prestige.
Drie bouwlagen met in sommige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) halve bouwlaag. In Louizalaan twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en in Terkamerenlaan vijf ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) volgens verkleinende ordonnantie waarvan twee laatste onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak.. Indrukwekkend tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak.. Gevel in hardsteen, Gobertange en bruine zandsteen in Louizalaan, bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. op hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en in Terkamerenlaan. Gevel in Louizalaan best bewaard; onregelmatige compositie met erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. en overdekt balkon. KruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld.. HoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. aangetast; in derde bouwlaag zadeldakvormige luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. TentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak. bekroond met windvaanDraaibare, metalen versiering op een daknok of torenspits in de vorm van een vaan die de windrichting aanwijst.; dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. telkens onder klein tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak.; bijzonder originele vorm: volgt schuine hoek van gebouw niet, maar springt uit in rechte hoek. In laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op Terkamerenlaan gaanderij met twee bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. op Dorische zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd., vroeger bekroond met terras met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., met straat verbonden door trappartij. Verder afsluitingsmuur waarin deur onder keperboogBoog gevormd door twee schuin tegen elkaar geplaatste schenkels.. Breed uitstekende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Bronnen
Archieven
SAB/OW 14431 (1889), 1998 (1903), 4739 (1904), 634, 25324 (1911), 49059 (1937), 50725 (1939), 93294 (1989).