Typologie(ën)

klooster/abdij

Ontwerper(s)

Hubert MARCQarchitect1889

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance
Neogotiek
Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14819
lees meer

Beschrijving

Imposant geheel van drie eclectische panden met stijlkenmerken uit de neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz. en de neogotiekHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors., n.o.v. arch. Hubert MARCQ ,1889 (Nr. 15 en 16) en 1890 (Nr. 17). Nr. 15-16 huisvestten eertijds de "Soeurs Saint-Vincent de Paul"; Nr. 17 was een rusthuis voor vrouwen.

Fraai bewaarde gevelscherm in rode baksteen met gebruik van hardsteen voor o.a. plint, lateien, banden en afzatenAflopend bovenvlak van een dorpel..

Nr. 15: Pand met drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), in oorsprong uitlopend in een trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. (gedateerd d.m.v. sierankers "1889") heden in een tuitgevelPuntgevel bekroond met smalle rechthoekige hals; bij zeventiende eeuwse voorbeelden vaak steunend op schouderstukken.. Tussen de tweede en derde bouwlaag banderol in hardsteen met opschrift "DONNER AUX PAUVRES C'EST PRÊTER A DIEU". Overkragende bovenbouw met drie tudorbogen rustend op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Begane grond met getralied rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen twee vleugeldeuren; gedecoreerde boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …).. Op de verdieping horizontaliserende vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. onder latei en ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Horizontale belijning vanaf de derde bouwlaag doorbroken door drie Brugse traveeën(Neo-) Vlaamse renaissance gevelordonnantie, bestaande uit nisvormige traveeën.; in geveltop rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in rondboognis geflankeerd door twee smalle rechthoekige venstertjes. Eertijds nis met beeld van Maria met kind, heden verdwenen. In 1897 werd een neogotische kapel, n.o.v. arch. Hubert MARCQ, langs de achterzijde bijgebouwd.

Nr. 16. Pand met twee bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., nadrukkelijk horizontaal geleed. Overkragende bovenbouw met tudorbogen en arduinen korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Begane grond met afwisselend deur en getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.; op de verdieping verdiept vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met gedecoreerd boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …). en tegelfries op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Baksteenfries bestaande uit tegelpaneeltjes en overhoekse muizentand. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..

Nr. 17. Pand met drie bouwlagen en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gecombineerde bedaking. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). in de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) doorbroken door pseudo-trapgevel met pinakelSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. Overkragende bovenbouw op tudorbogen rustend op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Begane grond met houten deur, eertijds mogelijk met glas-in-lood, en twee getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Verdiepingen verticaal geritmeerd door imposante liseenpartijen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met in de tweede bouwlaag rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder pseudo-drielob. In de derde bouwlaag pseudo-Brugse traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waarin resp. rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. ontlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. en in geveltop klein licht met blindZonder opening; blind venster, schijnopening. boogveldEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …).; in de zijtraveeën smalle rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; muuropeningen onder arduinen latei. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.. Twee dakkappellen met tentdak.

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 173893 (1889), 177289 (1890), 7388 (1897).