Typologie(ën)

architectenwoning
woning

Ontwerper(s)

J. RAMAEKERSarchitect1893

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neogotiek

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14831
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in neogotischeHistoriserende stijl (vanaf ca. 1860) die teruggrijpt naar de gotische vormentaal met o.m. spitsbogen, verticalisme, puntgevels, erkers, enz. Neotudor inspireert zich op de specifieke vormentaal van de overgangsperiode tussen gotiek en renaissance in Engeland onder de Tudors. stijl n.o.v. arch. en eigenaar J. RAMAEKERS, 1893.

Twee bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder gecombineerde bedaking. Bakstenen trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt.; schaars gebruik van hardsteen voor plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., afzatenAflopend bovenvlak van een dorpel. en lateienBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt.. Gevel gekarakteriseerd door twee Brugse traveeën(Neo-) Vlaamse renaissance gevelordonnantie, bestaande uit nisvormige traveeën.. In linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) fraai uitgewerkte paneeldeur; op verdieping rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met verdiepte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in tudorboogveld, waarboven één klein tudorboogvenster. Dito opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. in rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), evenwel met getralied keldervenster en rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Klein spitsboogvenster in de top.

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 198813 (1893).